Beschrijving van de etappes

Traject Utrecht-Arnhem

Langs de Krommerijn en de flanken van de Utrechtse Heivelrug en de Veluwe naar Arnhem

De Krommerijn bij Odijk

Kasteel Amerongen

De Cunerakerk in Rhenen

Bij de Heelsumse beek

Etappe 1 Utrecht-Werkhoven (16 km)

De route begint bij de Domtoren in Utrecht. Hier was ooit een Romeins fort, en de Dom was vanouds het kerkelijke centrum van Nederland. Vanaf daar loop je 50 meter naar het westen tot op de Oude Gracht, de gracht niet oversteken maar zuidwaarts volgen. Bij het Ledig Erf steek je de stadssingel over, en kort hierna beging het jaagpad langs de Krommerijn. Dit valt samen met de gemarkeerde Krommerijnroute.Je passeert stadion Galgenwaard aan de andere kant van het water. Net voor het viaduct onder de A27/A28 steek je de Krommerijn over, om een lange lus in de Krommerijn af te snijden. Hier kom je op het Waterliniepad. Je passeert het fort bij Rijnauwen en nadert weer de Krommerijn, die je oversteekt. Daar volg je weer het jaagpad langs Bunnik, waar je van de zuidoever oversteekt naar de noordoever. Je passeert Odijk, tot vlak voor kasteel Beverweerd bij Werkhoven. Daar zijn twee overnachtingsplekken.

Tip: zijn de overnachtingsplekken in Werkhoven niet beschikbaar, dan kun je bij Odijk, ter hoogte van de brug over de Krommerijn, afslaan over het Stoetwegenpad, een klompenpad dat naar het station Driebergen-Zeist voert. In Driebergen zijn ook overnachtingsmogelijkheden. Vanaf Driebergen kun je over het Aderwinkelpad weer op de route voor etappe 2 komen.

Etappe 2 Werkhoven-Amerongen (18 km)

Vanaf Werkhoven volgt de route een klein stukje van het Limespad, dat na een halve kilometer samenvalt met het Aderwinkelpad. Op 100 meter vanaf een brug over de Krommerijn buigt de weg af naar links richting Utrechtse Heuvelrug. Over de Broekweg en de Zwarteweg kom je op de Gooyerdijk. Tot aan Leersum zullen we grotendeels het Stichtse Dorpenpad van de NBW volgen (helaas is de markering gebrekkig). Na het passeren van het Gimborn Arboretum buigt de route af naar het centrum van Doorn. Je komt vlak langs Huis Doorn, waar de laatste Duitse keizer Wilhelm II na zijn afzetting gewoond heeft. 

Vanaf Doorn volgt de route de Oude Postweg, op de rand van de Utrechtse Heuvelrug en het Krommerijngebied. Men passeert kasteel Broekhuizen en komt dan in Leersum. Uit het dorp loop je over de Achterweg, langs de resten van kasteel Zuylestein naar het schilderachtige dorp Amerongen, eindpunt van deze etappe. Bijzonder is daar het kasteel Amerongen met omliggend park. Hier ondertekende Wilhelm II zijn abdicatie, en feitelijk was dat het einde van de voortzetting van het Romeinse keizerrijk.

In Amerongen zijn diverse overnachtingsmogelijkheden.

Etappe 3 Amerongen-Wageningen (20 km)

Vanuit Amerongen loop je langs de Amerongse Bovenpolder richting Elst. Hier is een mooi uitzichtpunt vanaf waar je de vogels in de Bovenpolder kunt bewonderen. Vlak voor Elst ga je het bos in en loopt om Elst heen. Je kunt weliswaar afkorten door de Rijksstraatweg dwars door het dorp te volgen (er is een stoep) maarde route door het bos loopt prettiger. Je passeert diverse prehistorische grafheuvels en komt over de Remmerdense heide, een halfopen vlakte met prachtig uitzicht over de Rijn. Door de stadsbossen van Rhenen kom je in de stad Rhenen, waar de Cunerakerk een oude pelgrimsbestemming is. 

Hier daal je af naar de Rijn en ga je onder de Rijnbrug door naar een pad onderlangs de Grebbeberg. Je hebt hier een mooi zicht op de Blauwe Kamer, een natuurgebied ontstaan door kleiafgravingen in de uiterwaarden van de Rijn. Aan het einde van de berg kun je een klein stukje over een klompenpad aan de Rijnkant van de dijk lopen.Na korte tijd steek je de dijk over naar de Asweg richting Wageningen. Kort voor Wageningen volg je niet het Limespad over de Rijndijk, maar ga je wat meer landinwaarts naar de rand van

de stad. Over dit laatste stuk Rijndijk rijden overdag namelijk nogal wat zware vrachtwagens.

Etappe 4 Wageningen-Arnhem (20 km)

Na het verlaten van Wageningen volg je de rand tussen de Veluwe en de uiterwaarden van de Rijn. Het pad voert onderlangs de Wageningse berg naar Renkum, dat je na een uur bereikt. Door de Dorpsstraat loop je naar de oostkant van het dorp, waarna je afbuigt naar de Rijn. Je bent weer op het Limespad. Je loopt door het prachtige natuurgebied van de Heelsumse Beek. Het pad kan na regenval soms wat glad en zompig zijn, maar dat ongemak wordt ruimschoots gecompenseerd door de mooie natuur. Na 1,5 km bereik je weer de bosrand, die na een half uur uitkomt bij de A50, waar je onder een viaduct langs gaat. Het pad voert nu over de rand van het Veluwemassief langs Kasteel Doorwerth naar Heveadorp, om uiteindelijk via het kerkpad bij de oeroude romaanse dorpskerk van Oosterbeek aan te komen. Vanaf daar snijd je een bocht in de Rijn af en volg je de heuvelrand naar Arnhem.


De uiterwaarden van de Oude Rijn tussen Loo en Zevenaar

Mist op de dijk bij Oud-Zevenaar

Dornick

Traject Arnhem-Wesel

Over dijken en langs uiterwaarden via de noord-oostelijke oever van de Rijn naar Wesel

Etappe 5 Arnhem-Zevenaar (18 km)

Vanuit het centrum van Arnhem leidt de route naar de stadsrand. Aan het eind van een bedrijventerrein kom je op een dijkje, die langs het voormalig fort Westervoort naar de IJsselbrug voert. Aan de andere kant van de rivier volg je de dijk tot waar de IJssel zich afsplitst van de Nederrijn, en vanaf daar loop je over de Rijndijk langs Westervoort naar het dorp Loo. Kort na het passeren van Huis Loowaard passeer je de Betuwelijn, bij een levensgroot beeld van een mammoet. Vanaf daar verlaat je de huidige stroom van de Rijn, en volg je 3 km de loop van de Oude Rijn. Vanaf daar kom je op de klompenweg X1, die je tot Elten blijft volgen. Maar eerst passeer je Zevenaar, waar op 1 of 2 km afstand van de route overnachtingsmogelijkheden zijn.

Aanvankelijk hadden we de route vanaf Loo langs de Rijn via Pannerden, Tolkamer en Spijk naar Emmerich gepland. Daarbij kon jet hoogte van Millingen aan de Rijn met een pontje oversteken naar een van de overnachtingsmogelijkheden aldaar, maar de reder besloot het pontje in het winterhalfjaar niet te laten varen. Het alternatief over Zevenaar en Elten is zeker ook de moeite waard, en verderop is er nog genoeg gelegenheid om de Rijn te bewonderen.

Etappe 6 Zevenaar-Emmerich (18 km)

Het klompenpad X1 leidt je van Zevenaar via Babberich en het park van landgoed Halsaf naar de grens met Duitsland. Je merkt nauwelijks dat je de grens overgaat. Alleen subtiele verschillen zoals ander plaveisel van het fietspad laten je zien dat je de grens over bent. En bij het verkeersbord “einde 30 km zone” staat nog een oude stenen grenspaal. Je kruist vervolgens twee keer de spoorlijn van Arnhem naar Emmerich door een bosgebied tot aan Elten. Vanaf daar kies je het pad onderlangs de Elterberg. Kort na het einde van de berg verlaat je de klompenweg tijdelijk en volgt een lokaal wandelpad (Hüthem Rundweg A1), die samenvalt met een deel van een Jakobspad van Nijmegen naar Keulen. Dit pad brengt je naar Emmerich.

Etappe 7 Emmerich-Rees (20 km)

Vanaf Emmerich volg je weer het klompenpad X1 langs het station en dan over een dijk naar de dorpen Dornick en Praest. Bij Praest moet je even opletten dat je op de dijk blijft en niet op het fietspad van de voorrangsweg terecht komt. Een eindje na Praest staat een picknicktafel op de dijk, een mooie plek voor de lunch. Je volgt over het klompenpad verder de bochtige Altrhein langs het dorp Bienen om tenslotte in Rees aan te komen.

Etappe 8 Rees-Wesel (24 km)

Je verlaat Rees langs de resten van de oude stadsbevestiging en volgt de X1 verder over de dijk langs de Resser Altrhein, ook een dode zijtak van de Rijn. Je passeert een aantal (voormalige) afgravingen waar grind gewonnen wordt. Bij de buurtschap Bergerfurth gaat de X1 een paar honderd meter over het fietspad langs de Bundesstrasse, en gaat dan door een bosgebied naar Diersfordt, waar een mooi oud kasteel te zien is. Hier verlaat je de X1 en ga je door het bos langs Flüren en de Auesee naar de Rijnpromenade van Wesel. Over de Fischertorstrasse bereik je het centrum. Vergeet daar niet een bezoek aan de Dom te brengen.

Slotkerk van kasteel Diersfordt


Rheinberg

De Moersbach

kasteel Linn

Klooster Knechtsteden

Traject Wesel-Köln

Bij Wesel steek je de Rijn over om langs de andere kant van het Ruhrgebied in Keulen aan te komen

Etappe 9 Wesel-Repelen (24 km)

Vanuit het centrum van Wesel loop je over het Jakobspad van Nijmegen naar Keulen tot aan Rheinberg. Na een korte tijd loop je eerst door de oude citadel van Wesel en steekt dan eerst de Lippe en vervolgens de Rijn over. Vanaf de Rijnbrug heb je een mooi gezicht op de stad en de restanten van een eerdere brug over de Rijn. De pelgrimsweg volgt de dijk langs Büderich naar Ossenberg, waar je kunt genieten van de installaties van chemieconcern Solvay. Kort hierna kom je in de historische vestingstad Rheinberg. Hier verlaat je de pelgrimsweg die een aantal (onnodige) kronkels in de Rijn volgt. Je volgt nu zoveel mogelijk een pad langs de Moersbach tot het gehucht Winterswick, waarna je 2 km over een vrij liggend fietspad langs een voorrangsweg loopt. Je slaat dan af en over landweggetjes bereik je weer de Moersbach bij Repelen, eindpunt van de etappe.

Etappe 10 Repelen-Uerdingen (19 km)

Vanaf Repelen loop je 5 km langs de mooie Moersbach naar Moers, een oude vestingstad met een kasteel dat ooit aan prins Maurits toebehoorde. Door het kasteelpark loop je langs het Van der Valk hotel (die van de toekan) en langs sportterreinen naar het viaduct onder de snelweg A40 door. Na een kilometer over een vrijliggend fietspad sla je af over rustige wegen en komt dan door een bos, langs een baggermeer tenslotte bij de Elfrather See, een grote natuur- en recreatieplas. Langs de oever van dit meer kom je tenslotte op de weg die je naar Uerdingen, een stadsdeel van Krefeld dat aan de Rijn ligt. Je bereikt het centrum via volkstuinen en een arboretum.

Etappe 11 Uerdingen-Neuss (24 km)

Door de buitenwijken van Uerdingen bereik je het romantische kasteel Linn. Vanaf hier volgen we grotendeels de wandelroute X2 naar Neuss. Je loopt half om het kasteel en daarna kom je bij het natuurgebied Latumer Bruch. Je volgt het pad tot het gehucht Ossum, waarna je door de bossen van kasteel Pesch naar een viaduct onder snelweg A44 loopt. Je passeert de plaats Meerbusch en loopt dan opnieuw door bossen en langs plassen naar een viaduct onder de snelweg A52. Vanaf daar ben je snel in Vogelsang, een buitenwijk van Neuss. Door een park bereik je het pad langs het Nordkanal, een oude poging om Maas en Rijn met elkaar te verbinden. Bij de Rheydter Strasse verlaat je de X2, steek je een spoorlijn en het kanaal over, en loop je door een stadspark naar de rand van de binnenstad, het eindpunt van deze etappe.

Etappe 12 Neuss-Sinnersdorf (25 km)

Je verlaat Neuss en volgt opnieuw de X2 langs het riviertje de Obererft, waar je 4 km lang van kunt genieten. Bij Weckhoven verlaat je de X2, want het doel is Rome en niet de bron van de Erft. Je loopt door Weckhoven en het buurdorp Hoisten en vandaar langs een bosrand naar Gohr. Onderweg passeer je nog een Töllisch Krüx, een bijzondere oude grensmarkering. Vanaf Gohr loop je 2 km door de velden tot je bij het bos van Klooster Knechtsteden aankomt. Je bereikt dat klooster na 2 km. Daarna loop je ruim een uur door een bos, het Chorbusch. Aan het einde van het bos kun je bij helder weer al de Dom van Keulen zien liggen. Na 2 km door de velden te lopen bereik je Sinnersdorf, het eindpunt van deze etappe.

Tip: als er een Messe (beurs) in Keulen is, kan het lastig zijn om daar accommodatie te vinden. Je kunt dan overwegen om twee nachten in of nabij Sinnersdorf te slapen, want er is een uitstekende openbaar vervoer verbinding met de binnenstad van Keulen.

 


Oude en nieuwe architectuur in Keulen 

Zonsopkomst bij Bonn

Oberwinter

Het kasteel van Namedy

Traject Köln-Koblenz

Langs de oostelijke oever van de Rijn in vijf etappes van "Rome aan de Rijn" naar Koblenz

Etappe 13 Sinnersdorf-Hochkirchen (24 km)

vanuit Sinnersdorf loop je door de velden naar het gehucht Orr. Daar steek je een drukke weg over en na 200 meter ga je verder door de velden naar de rondweg van Keulen. Je loopt door de buitenwijken van Keulen  en door parken langzaamaan naar het centrum van de stad. Je passeert de prachtige Sankt Gereonkerk op weg naar de Dom. Onze ervaring is dat grote rugzakken daar niet welkom waren, dus wees daar op voorbereid, maar je kunt dit hoogtepunt van gotiek natuurlijk niet links laten liggen.

Uiteraard kun je een overnachtingsplek in de binnenstad van Keulen boeken, maar als je wat verder doorloopt naar Hochkirchen, is de volgende etappe naar Bonn prettig korter (scheelt 8 km).

Je loopt vanaf de Dom vervolgens twee kilometer langs de Rijnboulevard, en gaat dan langzaamaan meer landinwaarts om een grote bocht in de Rijn af te snijden. Langzamerhand kom je in de buitenwijken van de stad en loop je anderhalve kilometer door een groengebied naar Hochkirchen. Daar is één overnachtingsplek, dus plan je etappe tijdig.

Voor wat overnachtingen betreft: voor het hele traject tussen Keulen en Koblenz geldt dat je nooit ver van een treinstation afbent, zodat je overnachtingsplekken niet altijd met het begin of einde van een etappe hoeven samen te vallen.

Etappe 14 Hochkirchen-Bonn (23 km)

Na Hochkirchen loop je eerst drie kilometer over een vrijliggend fietspad langs een voorrangsweg tot aan Godorf. Vanaf daar kun je een paar kilometer genieten van de indrukwekkende chemische industriecomplexen. Een koffiepauze in Wesseling loont zeker. Daarna volg je de oevers van de Rijn, voor een groot deel over een Jakobsweg, naar Bonn. Onderweg kom je door verschillende dorpen. Loop je in het voorjaar, dan kan het waterpeil van de Rijn soms wat hoger liggen. Mogelijk moet je dan iets meer landinwaarts lopen, maar dat wijst zich vanzelf.

Etappe 15 Bonn-Remagen (22 km)

De studentenstad Bonn is zeker de moeite waard om even te bekijken of er gezellig te eten. Je verlaat de stad langs de boulevard en de parken langs de Rijn. Het pad wisselt vaak tussen een fietspad of voetpad, aangegeven door tekens op de weg of door borden, maar er rijden geen auto's. Al snel komen de eerste bergen in zicht: de Drachenfels langs de Rijn.Langs het eiland Nonnenwerth kom je in Rolandseck en Oberwinter, waar je voor een pauze makkelijk even van de route af kunt wijken. Dat geldt overigens voor het hele tracé langs de Rijn. Na Oberwinter is het nog een uur lopen naar Remagen, waar verschillende overnachtingsmogelijkheden zijn, net als in Kripp, dat 4 km verder op de route ligt.

Etappe 16 Remagen-Andernach (22 km)

Na Kripp steek je de Ahr over via een fiets- en voetgangersbrug. Deze brug is in 2022 vernieuwd, nadat de vorige brug in 2021 weggevaagd is door de overstroming in die zomer. Bij een erg hoge stand van de Rijn is het een enkele keer nodig om iets dieper landinwaarts (2 km) de Ahr over te steken, wanneer de toegangsweg tot de brug ondergelopen is, maar dat gebeurt niet vaak. Na het leuke plaatsje Bad Breisig volg je de Rijn naar Brohl. Bij hoog water kan het nodig zijn om na het oversteken van de Vinxtbach onder het spoor door te gaan en over een weg langs het spoor, die iets hoger ligt en door de spoordijk voor het water wordt beschermd, naar Brohl te lopen.

Twee kilometer na Brohl buigt het pad landinwaarts af naar Namedy, een dorp met een mooi kasteel. vanaf daar is het nog drie kilometer lopen naar Andernach, een stad met veel historische bouwwerken en het eindpunt van deze etappe.

Etappe 17 Andernach-Koblenz (23 km)

Vanaf Andernach verlaat je ruim een uur de Rijn. Een kilometer buiten de stad bereik je het natuurgebied rondom het riviertje de Nette, die je stroomafwaarts volgt tot je bij Weissenthurm weer bij de Rijn uitkomt. Je volgt de oever langs Urmitz en Sankt Sebastian, waarna je door een volkstuinencomplex aan de rand van een industrieterrein komt. Over het fietspad bereik je na een klein uur de brug over de Moezel, die je direct naar het centrum van Koblenz brengt. Een bezoek aan das Deutsches Eck, waar de Moezel in de Rijn stroomt, mag niet ontbreken. Om de volgende etappe wat korter te maken, kun je overwegen om net voorbij het centrum een overnachting te nemen.

De Rijn bij Urmitz


Rhens

Scheepvaart op de Rijn bij de Loreley

Traject Koblenz-Bingen

In drie etappes over de oostelijke oever van de Rijn door een Unesco werelderfgoedgebied, het nauwe dal van de midden-Rijn.

Etappe 18 Koblenz-Boppard (24 km)

Je verlaat Koblenz en aan het eind van de stad steek je over naar het schiereiland Oberwerth. Vanaf daar volg je de oever van de Rijn tot Boppard. Je krijgt veel kastelen te zien. Een van de eersten is Stolzenfels, tegenover de monding van de Lahn in de Rijn.In het mooie stadje Rhens staat de Königstuhl, de plaats waar ooit de Duitse koningen gekozen werden (een klein eindje van de route af). Hierna ga je langs de dorpjes Brey en Spay. Tussen beide dorpen, aan de andere kant van de rivier, ligt hoog op een berg de goed bewaarde Marksburg. Een kilometer buiten Spay volg je het vrijliggende fietspad langs de Bundesstrasse die je over de kade van de Rijn in een grote haarspeldbocht naar Boppard brengt. Onderweg kun je genieten van de schepen die manoevreren door deze scherpe bocht in de Rijn. In Boppard zijn diverse overnachtingsmogelijkheden.

Etappe 19 Boppard-Oberwesel (22 km)

Na Boppard loop je langs de oever van de Rijn over een fietspad naar Sankt Goar. De Rijn is hier smal, dus je bent heel dicht bij de schepen, de treinen die langs beide oevers reizen, en de kastelen of ruïnes die bovenop de bergtoppen staan. Vlak na Sankt Goar komt de beroemde Loreley in zicht.Zeven kilometer verder kom je aan in Oberwesel, eindpunt van deze etappe. 

Etappe 20 Oberwesel-Bingen (22 km)

Je vervolgt het pad langs de Rijn over het fiets- en voetpad langs de Bundesstrasse. Na 7 km kom je aan in het schilderachtige stadje Bacharach, waar je even van de Rijn afgaat en door de stad loopt. Door een park en langs een camping kom je weer bij de Rijn. Je loopt nu tussen de spoorlijn en de Rijn, die je volgt door Niederheimbach en Trechtlinghausen. Ruim twee kilometer voor Bingen kom je in een mooi natuurgebied in de uiterwaarden van de Rijn, waar je volop sporen van bevervraat kunt zien. Dit gebiedt mondt uit in een groot park met uitzicht over de Muizentoren, Bingen en Rüdesheim aan de andere kant van de Rijn.Je steekt de rivier de Nahe over en komt dan in de binnenstad van Bingen

Bacharach


Door de wijngaarden bij Ingelheim

Roodwild in de Palts bij Dorn-Dürkheim

Traject Bingen-Worms

Door de wijnvelden van de Palts

Dit traject is hier ingedeeld in drie etappes. Als je het iets rustiger aan wilt doen, kun je het ook in vier etappes verdelen. Je zou dan kunne overnachten in Schwabenheim an der Selz (19 km), Undenheim (19 km), Osthofen (23 km) en een korte etappe naar Worms (12 km), waardoor je iets meer tijd in die stad hebt.

Etappe 21 Bingen-Stadecken-Elsheim (22 km)

Je volgt eerst 13 km de Jakobsweg van Mainz naar Bingen (in omgekeerde volgorde, ja, je loopt niet naar Santiago).Hhet eerste uur loop je langs de uiterwaarden van de Rijn, daarna ga je landinwaarts en volg je het riviertje de Selz stroomopwaarts tot de eindbestemming van de etappe. Dit riviertje zal je zo'n 30 km begeleiden. Al snel zie je de eerste wijngaarden. Bij Ingelheim verlaat je de Jakobsweg. Kort voor je eindbestemming kom je nog langs de elfduizend maagden molen, een bijzonder monument.

Etappe 22 Stadecken-Elsheim - Dorn-Dürkheim (27 km)

Langs de oever van de Selz vervolg je je weg tot aan de stad Nieder-Olm. Je loopt langs de buitenwijken verder langs de Selz langs het dorp Sorgenloch. Hier zijn mooie moerassen langs de beek te zien. Het stuk tussen Undenheim en de eindbestemming Dorn-Dürkheim kent grote vlakke akkers. Zeker in de wintertijd zul je hier grote kuddes reeën of herten in het wijde open land zien, die al op grote afstand de benen nemen.

Etappe 23 Dorn-Dürkheim - Worms (23 km)

Je vervolgt de weg door de velden tot aan Bechtheim, een bijzonder leuk stadje met de Sint Lambertus basiliek uit de 11e eeuw. Hier kom je op de Lutherweg, die we grotendeels volgen tot Worms. Luther legde deze weg overigens in omgekeerde richting af. Vanaf Bechtheim ga je naar Osthofen, met een mooi gesitueerde binnenstad.een eindje buiten deze plaats kun je vanaf de heuvelrand Worms al zien liggen. maar eerst kom je nog door het slotpark van kasteel Herrnsheim, en kom je uiteindelijk langs het station van Worms bij de oude binnenstad, met het Luthermonument en de Dom als hoogtepunten.

De Sint Lambertus basiliek in Bechtheim


De Nibelungenbrug bij Worms

Neckarbrug bij Heidelberg

Traject Worms-Heidelberg

Van de Rijn naar de Neckar

Etappe 24 Worms-Viernheim (24 km)

Je verlaat Worms over de Nibelungenbrug. Vanaf daar volg je 5 km de Rheinauenweg over de dijk van de Rijn, nu aan de oostkant van de rivier. Je kunt hier genieten van het zicht op de uiterwaarden van de Rijn en later de Lampertheimer Altrhein. Aan het eind moet je even een drukke Bundesstrasse oversteken (goed opletten) en na een paar meter met de weg meebuigen, de Chemiestrasse in, waar al snel weer een voetpad langs de weg is. Je kunt deze weg blijven volgen tot aan Lampertheim, maar het is afwisselender om halverwege over te steken naar de jachthaven, zoals op het gps-spoor is weergegeven, en zo dichter langs de Lampertheimer Altrhein blijven lopen. Bij Lampertheim kom je weer op de Rheinauenweg. Bijna bij de rand van de stad verlaat je de Rijn definitief, en loopt naar het centrum van de stad, die je later weer aan de oostkant verlaat.Je loopt door de velden en bereikt na bijna 2 km een groot bos. Daar loop je ruim een uur doorheen om uiteindelijk bij Viernheim, het einddoel van deze etappe, uit te komen.

Etappe 25 Viernheim-Heidelberg (21 km)

Deze etappe is de laatste vlakke etappe door het dal van de Rijn. Net buiten Viernheim steek je de snelweg over en loopt een kilometer over een fietspad langs een voorrangsweg. Daarna buig je af en loopt door de velden naar Heddesheim. Je komt aan bij het station en moet kort daarna oversteken naar de andere kant van het spoor. Na een paar honder meter verlaat je het spoor en loop je door de velden naar Ladenburg, een stadje aan de Neckar waar nog talrijke monumenten uit vervlogen tijden te zien zijn. vanaf hier loop je langs een voetpad langs de Neckar naar Heidelberg. Je bereikt deze stad bij de dierentuin. Kort hierna neem je de eerste (voetgangers)brug, over een waterkrachtcentrale in de Neckar, naar de zuidoever van deze rivier. Via deze oever bereik je het centrum van deze oude stad.


De monding van de Elsenz in de Neckar bij Neckargemünd

De velden in het dal van de Elsenz

Natuurmeertje bij Haberschlacht

Bönnigheim

Slot Favorite bij Ludwigsburg

Traject Heidelberg-Stuttgart

Door het stroomgebied van de Neckar

Etappe 26 Heidelberg-Bammental (18 km)

Je verlaat Heidelberg over de oude Neckarbrug. Vanaf daar heb je een mooi zicht over de stad. Je loopt eerst een stuk langs de noordelijke oever van de Neckar. Na twee kilometer ga je even licht omhoog langs het benedictijnenklooster Neuburg. Je blijft even boven de rivier lopen tot het dorp Ziegelhausen, waar je de Neckar opnieuw oversteekt. Je loopt vervolgens over een bospad, 30 meter boven de spoorlijn en de Neckar, naar de oude stad Neckargemünd. Daar mondt de Elsenz uit in de Neckar. Je zult het dal van de Elsenz de komende dagen 37 km blijven volgen. Vanuit de stad klim je omhoog naar de ruïne Reichenstein, en loopt dan onderlangs een bergkam over een bospad naar Bammental, eindpunt van de etappe.

Etappe 27 Bammental-Reihen (23 km)

Deze hele etappe gaat door het dal van de Elsenz. Je zult dit riviertje een paar keer oversteken. Je komt achtereenvolgens langs de plaatsen Mauer, Meckesheim, Zusenhausen, Hoffenheim naar het grotere Sinsheim. Daar is o.a. een groot technologiemuseum en het stadion van de Bundesligaclub TSG Hoffenheim (een plaats van slechts 3000 inwoners, maar het stadion heeft tien keer zoveel zitplaatsen). Buiten Sinsheim ga je verder langs de Elsenz naar Reihen. Als je de volgende etappe korter wilt maken, kun je ook nog een paar km doorlopen naar Ittlingen.

Etappe 28 Reihen-Brackenheim (27 km)

Vanaf Reihen loop je verder langs de Elsenz naar Ittlingen en Richen. Daar verlaat je de Elsenz definitief en loopt eerst een stukje langs een zijbeek naar het oosten om letterlijk om een diepe open groeve heen te komen. Het is verleidelijk om een klein stukje af te snijden over een schijnbaar rustige weg, maar wij raden dat af: daar scheuren regelmatig zwaarbeladen vrachtwagens af en aan naar de steengroeve. Net daar voorbij kom je langs een oud kasteel, de Streichenburg, waar ooit een kolonie van uit Zwitserland gevluchte Mennonieten een veilig heenkomen vond. Kort daarna kom je in het leuke dorpje Stebbach. Vandaar door veld en bos naar Niederhofen. Daar begint een stevige klim (110 m stijgen) naar het Deutschherrenfeld, en vanaf daar door een holle weg weer naar beneden naar Haberschlacht, waar je een teerhut kunt bewonderen. Je loopt dan verder naar beneden langs een beek en een natuurmeertje naar Brackenheim. 

Etappe 29 Brackenheim - Bietigheim-Bissingen (21 km)

Je loopt vwerder langs de Forstbach naar Meimsheim, en dan door de velden verder naar Bönnigheim, een leuk stadje met nog diverse vakwerkhuizen. Vandaar ga je door de velden verder naar Löchgau. Een kilometer buiten deze plaats kom je in een bosgebied en daal je af in het rustige Löchgauer Tal. Je volgt het dal een klein stukje en komt dan uit in Bietigheim-Bissingen, een stad met vakwerkhuizen, een heksensteeg en mooie parken.

Etappe 30 Bietigheim-Bissingen - Bad Cannstatt (24 km)

Net buiten de binnenstad van Bietigheim-Bissingen steek je de rivier de Enz over, en volgt die 1,5 km door een park, onderlangs een rotsformatie. Ter hoogte van het treinstation van deze plaats verlaat je de rivier en loopt 1 km langs bedrijven, waarna jet het spoor oversteekt en door een landelijk gebied bij het gehucht Wilhemshof komt. Daar neem je ter hoogte van Uranus de Planetenweg, dat je naar Ludwigsburg leidt. Je passeert de kastelen Monrepos en Favorite, beiden gelegen in uitgestrekte parken waar je doorheen gaat, totdat je bij het imposante residentieslot van de hertogen en koningen van Württemberg komt. Aan de andere kant van het slot begint de eigenlijke stad. Door de Königsallee bereik je de zuidrand van de stad. Vanaf daar loop je door het open veld naar de buitenwijken van Kornwestheim. Je daalt af naar de Feuerbach, klimt vervolgens naar een moderne flatwijk, en daalt dan af naar de Neckar, met onderweg prachtig uitzicht over de rivier en de wijngaarden. Je loopt nu een stukje langs de rivier, en steekt die tenslotte over om bij Bad Cannstatt op de andere oever te komen.

Je vermijdt met deze route het eigenlijke centrum van Stuttgart. Een kilometer voorbij de brug is een tramhalte (Obere Ziegelei), vanwaar je eventueel accommodatie in Bad Cannstatt of verderop in Stuttgart kunt bereiken.


Poort in Esslingen aan de Neckar

Samenvloeiing van de Fils in de Neckar bij Plochingen

Het dal van de Fils tussen Holzheim en Süßen

Klimmen naar Türkheim

Aan het begin van het Kiesental

Traject Stuttgart-Ulm

Langs Neckar en Fils, over de Schwäbische Alb, naar de Donau

Etappe 31 Bad Cannstatt-Plochingen (24 km)

Je loopt het eerste stuk net wat hoger dan de Neckar. Het gebied pal langs de rivier is vol met industrie, o.a. de Mercedesfabrieken, terwijl je iets hogerop een mooi uitzicht over de rivier hebt.Je loopt tussen de wijngaarden van Untertürkheim naar Obertürkheim en verder naar Mettingen. Daar klim je nog eens 50 meter over de Kelterweg, maar die klim is zeker de moeite waard vanwege het fantastische uitzicht op Esslingen dat je daar hebt. Je daalt af naar die stad. Een bezoek aan de Gotische Frauenkirche is zeker de moeite waard, maar er is veel meer te zien en te beleven in deze stad.Je loopt door de stad om weer bij de Neckar te komen. Die volg je 2 km, waarna je over een brug op een eiland in de neckar komt waar ook een kleine dierentuin is. Aan het einde van het eiland steek je over naar de andere (zuid)oever van de rivier. Je loopt van de rivier af en vervolgens langs een bosrand en door velden naar Deizisau. Aan het einde van het dorp passeer je de Coca Cola fabriek en na een klein stukje langs een bosrand kom je bij Plochingen, waar je de Neckar kunt oversteken om te overnachten.

Etappe 32 Plochingen-Göppingen (22 km)

De etappe gaat 1 km verder langs de zuidoever van de Neckar. Waar die rivier een scherpe bocht maakt ga je rechtdoor over een brug en volgt daarna de Fils, een zijrivier van de Neckar. Deze rivier blijf he de komende twee dagen volgen. Vlak na Reichenbach steek je de Fils over en loopt langs een spoorlijn door de velden naar Ebersbach.Aan het eind vaan deze plaats loop je 1 km over een vrijliggend fietspad langs een drukke weg. Let op dat je hier het fietspad aan de zuidkant van de weg neemt, want die is door een vrij hoge vangrail van de weg gescheiden, en dan wordt oversteken vanaf de andere kant gevaarlijk. Je steekt nu af naar de Fils, en volgt een mooi pad langs deze rivier naar Uhingen, door een dichte bosrand gescheiden van de autoweg B10. Na Uhingen blijf je de Fils volgen naar Faurndau, waar een bijzonder mooi Romaans kerkje te bekijken is. Vanaf hier kom je langs de Fils bij Göppingen, een mooi stadje en het eindpunt van deze etappe.

Etappe 33 Göppingen-Geislingen an der Steige (20 km)

Na Göppingen verlaat je de Fils even en ga je 1 km stroomopwaarts, om vervolgens over een heuveltje naar de rand van het dorp Holzheim af te dalen. Vandaar ga je door het rustige dal van de Ramsbach naar de buitenrand van Süßen. Over veldwegen bereik je Gingen, waar de weg verder langs de Fils gaat.Je passeert Kuchen, waar nog restanten van een eens bloeiende katoenweverij te zien zijn, om vervolgens door het intussen nauwer geworden dal in Geislingen an der Steige aan te komen.

Etappe 34 Geislingen an der Steige-Temmenhausen (23 km)

De vlakste route van Geislingen naar Ulm loopt door het dal van de Rohrach en de spoorlijn naar Ulm, maar dat traject vereist ook twee etappes. Helaas is er langs deze route tussen beide plaatsen nauwelijks accommodatie te vinden, hoewel er wel een goede spoorverbinding is, die je zou kunnen gebruiken om een extra overnachting in Geislingen of Ulm te nemen.

Hier is gekozen voor een iets westelijker route, met wel overnachtingsmogelijkheden, tegen de prijs van 100 m extra klimmen, maar beide etappes zijn zeker de moeite waard.

Vanuit Geislingen loop je over een fietspad bovenlangs de Fils naar Bad Überkingen. Daar begint een vrij steile klim over een mooi bospad naar het plateau van de Schwäbische Alb. Onderweg zie je al het witte kerkje van Türkheim liggen, het eindpunt van de klim. De verloren calorieën kun je weer compenseren bij de plaatselijke bakker, weliswaar een kilometer van de route maar beslist lonend. Je loopt nu zuidwaarts over het plateau, door de velden richting Oppingen, maar slaat eerder rechtsaf richting Nellingen, waar een bakker is waar je eventueel kunt lunchen. Net buiten deze plaats passeer je de waterscheiding tussen Rijn en Donau. Je loopt verder door de velden naar Scharenstetten, waar je op de Jakobsweg naar Ulm. Vlak voor een bos ga je echter even naar links, om dan over een goed pad parallel aan de Jakobsweg naar Temmenhausen te lopen, omdat de kwaliteit van het Jakobspad hier slecht is. Als je geluk hebt en het is helder weer, dan kun je hier in de verte de Alpentoppen zien.

Etappe 35 Temmenhausen-Ulm (20 km)

In Temmenhausen volg je weer de Jakobsweg naar Ulm. Je gaat eerst door de velden, steekt de snelweg over, en komt dan in een bos. Het pad voert je door een deel van het natuurgebied van het Kiesental. Je klimt weer uit het dal en langs de plaats Mähringen bereik je de campus van de Universiteit van Ulm op de Eselsberg. Door een woonwijk daal je af naar de oude stad van Ulm. In de verte kun je al de toren van de Münster van Ulm zien, de hoogste kerktoren ter wereld, in gotische stijl. Je steekt via viaducten een aantal treinsporen over, die leiden naar het hoofdstation van Ulm. Daar vlakbij vindt je een monument dat aan het geboortehuis van Albert Einstein herinnert. Door een winkelgebied loop je recht op de Münster van Ulm af.


Blik op Ulm vanaf Neu-Ulm aan de andere kant van de Donau

De dorpskerk van Bellenberg

Waterpoort in de Memminger Ach te Memmingen

Alpenpanorama te Ziegelberg

Traject Ulm-Kempten

Door het dal van de Iller naar de Alpen

Etappe 36 Ulm-Vöhringen (18 km)

De binnenstad van Ulm ligt aan de Donau. Deze rivier vormt hier de grens tussen Baden-Württemberg en Beieren. aan de overkant van de rivier loop je Neu-Ulm binnen.Na ruim een kilometer kom je aan de rand van de oude stad waar de resten van een oud fort te zien zijn. Na een klein stukje buitenwijken loop je door de velden langs Wiley, een voormalige Amerikaanse kazerne. Langs de Ludwigsfelder Baggersee loop je verder door de velden naar Senden. Je gaat verder door de velden naar Vöhringen. De route loopt langs deze stad. Je kunt zowel in de stad als aan de andere kant, bij een motel aan de snelweg, onderdak vinden.

Etappe 37 Vöhringen-Altenstadt (17 km)

Na Vöhringen loop je langs een bosrand naar Bellenberg. Dit plaatsje heeft een mooie barokkerk. Vervolgens loop je door de velden naar Illertissen, en verder door Jedesheim, langs Herrenstetten en door Untereichen. vanaf daar loop je 1,5 km over een zandpad langs de rustige spoorlijn naar Altenstadt. Als je de volgende etappe iets wilt inkorten, kun je ook doorlopen naar Kellmünz, een plaats met Romeinse oorsprong. Daar is echter geen onderdak, maar je kunt met de trein (uurdienst) terug naar Altenstadt en de volgende dag met de trein weer naar Kellmünz.

Etappe 38 Altenstadt-Memmingen (24 km)

Vanuit Altenstadt loop je naar het Illerkanaal. Voor de brug ga je linksaf langs het kanaal. Steek het kanaal niet over, want dan loopt de weg na een paar kilometer dood. Je loopt 2,5 km over een dijk langs het kanaal, en gaat dan door een hek verder langs de Iller zelf, tot Kellmünz. Na deze plaats loop je nog 3 km verder tussen de rivier aan je rechterhand en een bos aan je linkerhand. Daarna verlaat je de rivier en gaat landinwaarts naar het dorpje Pless, waar een indrukwekkende rococokerk staat. Door de velden kom je eerst langs een bedevaartskerkje en daarna in Fellheim, waar een goed bewaarde synagoge te zien is.Je loopt over een lange rechte weg door de velden door naar Heimertingen. Daar neem je een pad dat langs de licht slingerende Memminger Ach voert. Deze rivier brengt je uiteraard in Memmingen, het eindpunt van deze etappe met een verrassend mooie oude binnenstad.

Etappe 39 Memmingen-Dietmannsried (26 km)

Je verlaat Memmingen via de Bayerisch-Schwäbischer Jakobsweg, die je 8 km volgt tot het dorp Woringer. Daar gaat de Jakobsweg naar het westen, maar je blijft in zuidelijke richting doorlopen. Je passeert bij Zell grindafgravingen die zijn opgevuld met een enorm veld met zonnepanelen. Je buigt af naar Bad Grönenbach en vandaar door de velden naar Ziegelberg. Deze plaats ligt op een lichte verhoging, van waaraf je een prachtige panoramablik over de Alpen kunt hebben.Je komt langzaam weer dichter bij het spoorlijntje van Memmingen naar Kempten, totdat je in Dietmannsried uitkomt. Mocht je daar geen accommodatie kunnen vinden, dan kun je eventueel per trein terug naar een goedkoop motel vlakbij het station van Bad Grönenbach (uursdienst, het station ligt ver buiten de plaats zelf).

Etappe 40 Dietmannsried-Kempten (13 km)

Niet zover buiten Dietmannsried ben je al snel afgedaald in het dal van de Iller. Je volgt deze rivier een heel eind over een bosrijk zandpad vlak langs de kronkelende rivier. Je passeert ook een stuk waar je ziet hoe de rivier de rotsen uitslijt. Na een poosje verlaat je de rivier en klim je licht omhoog om in Kempten aan te komen. In het centrum van deze oude stad staat de prachtige Sankt Lorenz basiliek met daar aan vast het voormalige residentiepaleis van de bisschoppen van deze stad. 

 


Langs de Iller

De Sulzberger See

De kerk van Pfronten-Berg

Beverdam in een zijstroom van de Vils

Blik op het massief van de Zugspitze vanaf de Panoramaweg

De Weissensee bij Biberwier

Langs de Rossbach

Bij het natuurgebied de Gaisau

Traject Kempten-Innsbruck

Van de Iller naar de Inn over de Fernpas

Etappe 41 Kempten-Oy (22 km)

In deze etappe klim je 370 m over gemakkelijke paden. Je verlaat Kempten over een hoge brug over de Iller. Je volgt deze rivier 2 km en buigt dan bij Sankt mang af richting Durach. Je loopt dan door de weiden naar het dorp Aleuth. Onderweg heb je een mooi uitzicht over de Sulzberger See en de Alpen die nu heel dichtbij zijn. Vanaf hier volg je 5 km de Heinrichweg, een gemarkeerde route met diverse informatiepanelen, langs de leefgemeenschap Sulzbrunn (waar ooit jodiumzoutbaden waren) tot je in Oberzollhaus aankomt. Kort na dit dorp maak je een lus van 2 km door het dal van de Rottach, niet alleen om een drukke voorrangsweg zonder voetpad te vermijden, maar bovenal om te genieten van dit moerassige natuurgebied. Na een klim van 80 m bereik je Oy, het eindpunt van deze etappe.

Etappe 42 Oy-Steinach (17 km)

Je daalt vanaf het hoogste punt in Oy, 940 m boven zeeniveau, licht dalend en klimmend af richting Oostenrijkse grens. Het uitzicht op deze hoogvlakte is wondermooi. Je volgt het kronkelende tracé van het enkelspoors treinlijntje tussen Kempten en Reutte. Je steekt vandaag het spoor een aantal keren over, zonder er echt langs te lopen. Na Haslach steek je de rivier de Wertach over, die hier diep in de hoogvlakte uitgesneden is. Langs een aantal dorpjes kom je uit in de toeristenplaats Nesselwang. Door de weiden en langs een Baggersee kom je in Kappel, een van de vele dorpjes van de gemeente Pfronten. Na een steil klimmetje begint dan een lange, lichte afdaling naar Ried. Vanaf daar volg je de rivier de Vils naar Steinach, de laatste plaats in Duitsland voor je bij de grens komt.

Etappe 43 Steinach-Reutte (18 km)

Vanaf Steinach volg je Vils verder. Na 2 km kom je bij de grens met Oostenrijk. Bij een grenskapel staan twee oude grensstenen, die destijds en ook nu nog de grens tussen Beieren en Tirol aangeven. Je volgt de Vils verder tot je bij het gelijknamige dorp komt. Buiten het dorp volg je een vlak dal tot Musau. Daar steek je weer twee keer de spoorlijn over, en loopt dan door een weiland richting Brandstadt. Vanaf daar "slalom" je verder door het dal tot vlak bij de Lech. De laatste twee kilometers vanaf het dorp Oberletzen zijn bijzonder mooi. Je volgt hierna nog 2 km het voetpad langs de Lech, tot je bij een brug komt waar je oversteekt naar Reutte.

Etappe 44 Reutte-Lermoos (22 km)

Na Reutte, op 850 meter hoogte, volgt een steile, pittige klim over een goed pad, die je uiteindelijk op 1110 meter hoogte brengt, vanaf waar je afdaalt naar Lermoos op 980 meter hoogte. Maar eerst kom je nog langs de Klause in de Burgenwelt Ehrenberg. Hier kun je ook eten of overnachten. Er is hier een complex van middeleeuwse burchten en latere kazernes, en voor de liefhebbers een lange hangbrug voor voetgangers hoog over het dal, highline 179 geheten. Door de bossen die de dalkom omringen bereik je Heiterwang. Bij het volgende dorp, Bichlbach, kom je op de Jakobsweg die je grotendeels volgt tot het dorpje Lähn, en vandaar brengt deze weg, lokaal Panoramaweg geheten, je dicht bij Lermoos. Je hebt hier regelmatig een prachtig uitzicht op het massief van de Zugspitze, de hoogste berg van Duitsland. Vlak voor deze plaats snijdt de Tuftlbach diep in de berg, zodat het pad een grote haarspeldbocht moet nemen (300 meter heen, 300 meter terug). Je kunt ook afsnijden voer een geitenpaadje, maar de Panoramaweg loopt makkelijker. ter hoogte van het zwembad van Lermoos kom je het bos uit en zie je Lermoos voor je liggen.

Etappe 45 Lermoos-Nassereith (18 km)

Bij Lermoos begint een klim van 300 meter over de Fernpas naar het dal van de Inn. Het eerste stuk tot aan het dorp Biberwier is nog tamelijk vlak. Je passeert een mooi meertje, de Weissensee, en klimt dan over een kronkelend pad, langs het tracé van hoogspanningsleidingen, omhoog tot boven de Blindsee. Je klimt verder naar 1260 meter hoogte en daalt dan af naar de Fernapsstrasse, die je oversteekt en op gepaste afstand volgt door het bos richting Fernsteinsee. Vanaf daar blijf je verder dalen door het bos, tot je in de buitenwijken van Nassereith komt. Je kunt hier overnachten, of net buiten de plaats (tip: Gästehaus Gerti).

Etappe 46 Nassereith-Telfs (22 km)

Buiten Nassereith volg je eerst een stukje (3 km) de Rossbach, tot je een steile klim (250 meter) over een goed pad naar het dorp Holzleiten maakt. Je zou vanaf Nassereith ook verder kunnen afdalen naar Imst en vanaf daar de Inn gaan volgen, maar dat kost je ruim een dag meer en dan mis je de schoonheid van het Mieminger Plateau, dat je vanaf Holzleiten naar Telfs volgt. Je komt over een hoogvlakte en paadjes langs een slingerende beek in Obsteig, en vandaar langs een oud kasteel in Untermieming. Kort na deze plaats daal je af over een Besinnungsweg naar de stad Telfs, boven de Inn gelegen.

Etappe 47 Telfs-Innsbruck-West (23 km)

Deze etappe verloopt vrijwel vlak door het dal van de Inn. Je merkt nauwelijks dat je in totaal 60 meter daalt. Buiten Telfs steek je eerst de Inn oer, en snijdt dan over een landweggetje een bocht van de rivier bij Oberhofen af. Je loopt nu over een voetpad langs de Inn tot Hatting. Ruim een kilometer buiten deze plaats kom je door een mooi natuurgebied, de Gaisau, met meertje, nabij de plek waar een beek in de Inn uitkomt. Je volgt het pad langs de Inn verder tot je bij Zirl aankomt. Deze mooie plaats ligt aan de andere kant van de Inn en is via een brug bereikbaar. Je blijft echter aan zuidkant van de Inn doorlopen. Bij Kematen ga je iets verder van de rivier af, en kom je langs een indrukwekkend passie-monument door de velden uiteindelijk aan in Völs. Daar steek je de rivier over en kom je aan het einde van de start- en landingsbaan van het vliegveld van Innsbruck. Je gaat met een boog om dat vliegveld heen en blijft de Inn volgen tot aan de stad. 

Je kunt hier mogelijk onderdak vinden, maar als dat niet lukt kun je er ook voor kiezen om nog 6 km verder te lopen (in totaal is deze etappe dan 29 km) tot aan de rand van Innsbruck, waar voldoende accommodatie te vinden is. De etappe voor de volgende dag is dan niet 14 km maar 8 km. Het geeft je dan de gelegenheid om in de ochtend wat in Innsbruck te bekijken, naar de kapper te gaan of inkopen te doen, en in de middag de volgende etappe af te leggen.


Uitzicht op de bergen achter de Poltenhütte

De Ruggschreinbach

Het pad naar beneden naar Gries am Brenner

Afdaling naar Gossensass

Straatbeeld van Sterzing

De burcht Reifenstein

Kloostergang van de Dom te Brixen

Klooster Säben boven Klausen

Het ruige water van de Eisack bij Bolzano

Traject Innsbruck-Bolzano

Over de Brennerpas naar het dal van de Adige

Etappe 48 Innsbruck-West - Igls (14 km)

In Innsbruck kun je nog een kort rondje door de stad maken, langs het gouden dak, de Dom en de Hofgarten. Uit de binnenstad gekomen, loop je oostwaards. Je steekt de Sill over en loopt langs de oostelijke oever tot de stadsrand, waar de snelweg je van de bergen scheidt. Die snelweg steek je via een aantal bruggen over totdat je bij een eettentje (Bretterkeller) aan de andere kant uitkomt.

Hier ga je 400 meter over een steil paadje, de Sticklesteig, omhoog tot de Igler Strasse. Als je dit te steil vindt, kun je bij de Bretterkeller links achter het restaurant langsgaan en de borden van de Via Romea volgen, die eerder op de Igler Strasse uitkomt en via de Lemmenhofkapelle op hetzelfde punt uitkomt. Dit alternatief is ongeveer 300 meter langer.

vanaf de Iglerstrasse ga je schuin omhoog de berg op via de Lanser Steig. na een poosje buigt de Via Romea hier af over een smal paadje, maar je blijft nog 300 m doorlopen over het brede pad om daarna een scherpe bocht naar rechts te maken. Je komt langs een boerderij, de Poltenhütte, met een fantastisch uitzicht over Innsbruck. Kort hierna kom je weer op de Via Romea die je volgt door het dorp Vill en verder naar Igls, het eindpunt van de etappe. In totaal klim je vanaf Innsbruck 360 meter.

Etappe 49 Igls-Matrei am Brenner (15 km)

Net als gisteren klim je ook vandaag 360 meter, maar netto kom je maar 50 meter hoger uit omdat je de oude Romeinse weg hoog boven de rivier Sill volgt. en net als gisteren en tot aan de Brennerpas volg je grotendeels de Via Romea. Vanuit Igls loop je door de velden naar Patsch. Hier heb je een mooi uitzicht over de Europabrücke, de bekende brug van de Brenner Autobahn die hoog boven het dal loopt.

Een kilometer buiten Patsch verlaat je de velden en gaat het pad, dat nu smal wordt, door een bos. Je steekt over een smal bruggetje de Ruggschreinbach over. Een eindje verder kom je op een splitsing, waar je schuin naar links omhoog blijft gaan. De Via Romea buigt hier schuin naar rechts af van jouw route, maakt een omweg via een afdaling van 90 m, die je vervolgens weer omhoog moet klimmen. Je komt nu op een geasfalteerde weg uit, die je 8,5 km zult volgen tot vlak voor Matrei. De weg is bochtig, er is wat verkeer maar niet erg veel. Je kunt er dus veilig lopen. De Romeinen liepen of reden hier 2000 jaar geleden ook, en de Via Romea volgt ook deze weg. Je passeert veel kleine dorpjes, zoals Sankt Peter, Innerellbögen, Gedeir en Pfons. Kort na die plaats verlaat je de weg en gaat over een pad naar de brug over de Sill die je in Matrei brengt.

Etappe 50 Matrei am Brenner-Gries am Brenner (13 km)

Tussen Matrei en Steinach am Brenner kies je een andere route dan de Via Romea. Onze route is korter en klimt minder. De route gaat over een rustige weg en over landpaden, dicht langs de Sill, naar Steinach. In deze plaats ben je weer even op de Via Romea. Die gaat nu verder door het dal van de Sill tot Sankt Jodok, en klimt dan steil omhoog naar Nösslach. Maar onze route volgt een geasfalteerde weg naar Nösslach. Die klimt gestaag omhoog en is rustig vanwege de vele bochten in de weg, waardoor auto's deze weg graag mijden. Op het hoogste punt, 1100 meter, is een klein dorpje waar je ook uitstekend kunt overnachten (de Humlerhof), mochten de overnachtingen in Gries am Brenner vol zitten. Vanaf Nösslach daal je weer gestaag af over een goede weg tot vlak voor Gries am Brenner (800 meter boven zee), waar je aankomt over een steil pad. 

Etappe 51 Gries am Brenner-Sterzing (21 km)

Deze etappe bevat een stevige klim van Gries naar de Brennerpas Net buiten Gries klim je 500 meter over een afstand van 2 km, gemiddeld dus 25 % stijging. Je hebt hier weinig keuze voor de route. We volgen hier weer de Via Romea. Net buiten het dorp moet je een kilometer over een voorrangsweg lopen, de oude Brennerstrasse. Op sommige stukjes is er even een stoep of strook langs de weg, op andere stukjes zul je op de weg moeten lopen. Dat is goed te doen, mits je uitkijkt en aan de goede kans loopt. Na deze kilometer kun je even van de weg af, door een open terrein langs een viskwekerij. Je gaat vervolgens een stuk steil omhoog door de wei.

Let op: in 2023 zijn er werkzaamheden bij de plek waar het pad weer vlak bij de Brennerstrasse komt, mogelijk in verband met werkzaamheden aan de nabijgelegen Luegbrug van de Brennerautobahn. Het is niet duidelijk wanneer en in hoeverre de situatie zal veranderen, maar je kunt hier gewoon langs.

Nu zijn er drie mogelijkheden om bij de top van de Brennerpas te komen. Het meest logisch lijkt om de Via Romea (die hier overigens nauwelijks gemarkeerd is) te blijven volgen langs de westkant van de Brennersee. Toen wij dit wilden lopen, raadden de Oostenrijkse grenswachten ons dat af vanwege het risico van loskomende stenen of bomen vanaf de steile wand boven het meer. Of dat te maken heeft met onze vroege oversteek (eind maart) of dat dat meer structureel is, weten we niet.

De tweede mogelijkheid is om even verder door te klimmen tot de Brennerstrasse en deze voorrangsweg zonder stoep nog 2,5 km te volgen. De rijstroken zijn relatief breed, zodat je aan de linkerkant redelijk veilig kunt lopen, maar de weg wordt nogal eens als sluiproute gebruikt door automobilisten die tolgeld willen vermijden.

Wij kiezen voor de derde mogelijkheid. Je loopt 500 meter over de Brennerstrasse, en slaat dan af naar links, om aan de andere kant van de spoorlijn te komen. Je loopt een stukje langs het spoor, gaat dan een klein eindje van het spoor af waar je de Vennbach kunt oversteken via een relatief makkelijk wad. Vervolgens klim je iets verder tot 1395 m hoogte, het hoogste punt van de hele reis naar Rome. vanaf daar daal je weer licht af naar de Brennerstrasse, maar gelukkig zijn er weer voetpaden op de plek waar je weer op deze weg komt. 

Je bent nu op het uitgestrekte terrein van de grens tussen Oostenrijk en Italië, vol met outlets en voldoende gelegenheid om te eten. Net over de grens begint een mooi vrijliggend fietspad, waarvan we geregeld grote stukken tot aan Bolzano zullen volgen. Dit fietspad is aangelegd op het tracé van de voormalige spoorbaan. De huidige spoorbaan is rechter gemaakt en volgt een ander tracé door het dal. Je volgt dit fietspad geruime tijd, tot 1 km voor Gossensass. Daar maakt het fietspad een kilometerslange omweg, maar voetgangers kunnen over een korter pad afdalen naar Gossensass. Je kunt hier ook eventueel overnachten. 

Buiten Gossensass loop je 1 km langs het spoor, en klimt dan 50 m door Oberried,  bovenlangs Unterried, en dan door een bos naar Sterzing, een plaats die zeker de moeite waard is om te bekijken.

Etappe 52 Sterzing-Mittewald (18 km)

Buiten Sterzing loop je eerst door vlakke velden in de richting van de snelweg, die je oversteekt. Je gaat naar het dorp Elzenbaum. Onderweg passeer je de op een berg gelegen burcht Reifenstein. Vanaf hier volg je de Sterzinger Rundweg door een licht glooiend terrein naar Stilfes. Langs een bosrand kom je aan in Niederried. Daar daal je weer af in de richting van de Eisack en de snelweg. Je loopt parallel aan beiden (maar ver genoeg er vandaan) naar Sachsenklemme, waar je ook kunt overnachten en eten. Een half uur later ben je in Mittewald, eindpunt van de etappe.

Etappe 53 Mittewald-Schrambach (22 km)

Bij Mittewald steek je de Eisack over (het pad aan de westzijde van de rivier loopt na enige tijd dood). Je loopt nu 3 km over een vrijliggend fiets- en voetpad langs de weg SS12, een weg die je nog een paar weken zo nu en dan tegen zult komen. Je komt aan in Franzensfeste. Twee kilometer buiten deze plaats kom je langs de resten van een groot fort uit 1838 dat gebouwd werd door de Oostenrijkers om eventuele aanvallen uit het zuiden te kunnen afslaan. Let op dat je vlak voor het fort afslaat naar rechts, onder een tunneltje door, om aan de andere kant van de spoorlijn te komen. Je loopt dan over een bospad naar Vahrn. Daar daal je af, en ga je onder de snelweg door naar de buitenwijken van Brixen. Door een landelijk gebied kom je tenslotte in het centrum vand eze plaats aan. Er zijn in deze plaats veel oude gebouwen te zien. De Dom is zeker de moeite waard om te bekijken.

Aan de zuidkant van Brixen kom je uit bij de Eisack. Je kunt nu een voetpad langs de rivier volgen. Na een kilometer wisel je van oever en nog twee kilometer verder ga je weer naar de westelijke oever terug. Die volg je tot Schrambach, waar je kunt overnachten.

Etappe 54 Schrambach-Blumau (26 km)

Deze etappe daal je langzaam 230 meter af. Je volgt de Eisack een uur tot je bij het oude stadje Klausen komt. Hoog boven de stad torent een groot kloostercomplex, het klooster Säben. Je blijft de rivier volgen tot de plaats Kollman, waar je even naar de andere oever gaat maar al snel weer de westelijke oever bereikt. Bij Atzwang ga je toch weer naar de andere oever. Je komt geregeld door tunnels van enkele tientallen tot honderden meters lang, die destijds dienst deden voor de spoorlijn die hier ooit lag. De tunnels hebben overigens voldoende licht. Na nog een poos kom je aan in Blumau.

Etappe 55 Blumau-San Giacomo (13 km)

Je begint deze etappe met een stuk van 8 km langs de Eisack naar Bolzano. Onderweg ga je nog door een lange tunnel, en kun je genieten van het snel stromende water van de rivier. Bolzano is zeker de moeite van het bekijken waard. Vergeet vooral de kathedraal niet. Om de etappes redelijk gelijkmatig te houden, hebben we ervoor gekozen om deze etappe een eindje voorbij Bolzano te laten eindigen. Omdat dit een wat kortere etappe is, heb je voldoende tijd in de stad. Uiteraard kun je er ook voor kiezen om hier te overnachten, en de volgende etappe iets verderop te overnachten.

Na Bolzano steek je de Eisack weer over en loopt dan door de buitenwijken van Bolzano-zuid langs de rand van de bergen naar San Giacomo, een zuidelijke voorstad van Bolzano en eindpunt van deze etappe. Je kunt er ook voor kiezen om nog 5 km door te lopen door de boomgaarden naar Laives.


Egna / Neumarkt

Het pad naar Lavis

Beschilderd huis in Trente

Traject Bolzano-Trento

Langs de Adige naar het zuiden

Etappe 56 San Giacomo-Egna (20 km)

Na San Giacomo loop je door de appelboomgaarden naar het zuiden naar Laives. De vlakke route door het dal ligt dicht bij de oostelijke bergrand en verder weg van de Adige. Twee kilometer na Laives kom je heel even weer bij de Adige, maar vervolgt dan het pad door boomgaarden en wijngaarden langs Bronzolo en Ora. Twee km na Ora ben je weer bij de Adige en loop je een stuk over de Via Claudia Augusta, die uit het noorden vanaf de andere kant van de Adige komt. Die kent meer hoogteverschillen, en wat minder overnachtingsmogelijkheden op het stuk tussen Bolzano en Ora. Je volgt het fietspad langs de Adige 2 km tot Egna, het eindpunt van deze etappe.

Als je vorige overnachting in Laives is geweest, kun je deze etappe ook verlengen door 6 km verderop in Laag te overnachten. Dan leg je bijna dezelfde afstand af als de huidige etappe.

Etappe 57 Egna-San Michele all'Adige (21 km)

Na Egna buigt de Via Claudia Augusta weer af, nu over de oostelijke hellingen van het dal. Onze route loopt nog 4 km verder langs de Adige tot het dorpje Laag. Het zou aantrekkelijk lijken om tussen Egna en Laag de wandelroute "Cammino del beato Enrico" te nemen, maar de laatste 1,5 km voor Laag loop je dan ongemakkelijk op de drukke SS12. Later zullen we wel stukken van deze route volgen. 

Tussen Laag en Salorno loopje weer langs de bergrand over de Via Claudia Augusta en de Cammino del beato Enrico, die hier samenvallen. Net buiten Salorno zie je hoog boven de berg de historische Haderburg. Je bent hier bij de oude taalgrens tussen het Duits en het Italiaans. Je loopt door tot de Adige en volgt dan 7 km lang het fiets- en voetpad langs de oostelijke oever.

Bij de eerstvolgende brug steek je over naar de andere oever en bent dan al snel in Grumo, door een brug gescheiden van San Michele all'Adige, en eindpunt van deze etappe.

Als je vorige overnachting in Laag is geweest, kun je ook doorlopen naar Laives (7 km verder). Je hebt dan de dag daarna meer tijd in Trente.

Etappe 58 San Michele all'Adige-Trento (17 km)

Vlak voor de spoorbrug van Grumo steek je over een voetgangersbrug de Adige weer over naar de oostelijke oever. Volg niet direct die oever (het pad loopt dood), maar loop eerst een klein stukje onderlangs een spoorlijn, en dan onder een spoortunnel door naar de Adige. Je loopt nu 4 km langs de Adige tot Nave San Felice. Hier klim je 70 m omhoog over een oud pad tussen de wijngaarden naar Pressano, en vanaf daar daal je af naar Lavis. vergeet niet even te stoppen bij Gelateria Serafini aan het begin van de stad (Nr 2 van Italië). Aan het einde van Lavis steek je de rivier Avisio over, en vlak daarna loop je over een rustig pad achterlangs bedrijven aan de rand van de bergen. Zo beland je in Gardolo, een voorstad van Trento. Door de buitenwijken loop je in ruim een uur naar het centrum van Trento.

 


Het kasteel van Besenello

De Lavini di Marco bij Rovereto

Wijngaarden bij Dolcè

Kloof in de Adige bij Cerraino

Villafranca di Verona

Traject Trento-Mantova

Verder afdalen naar het dal van de Po

Etappe 59 Trento-Rovereto (26 km)

Je verlaat Trente via de buitenwijken en bereikt uiteindelijk na een uur de Adige, ter hoogte van het vliegveldje van de stad. Je loopt vervolgens 10 km over het pad langs de Adige. Net voorbij Mattarello kun je 1,5 km parallel aan dit verharde pad even een stuk zandpad meenemen, zoals aangegeven door het gps-spoor. Bij Besenello heb je een schitterend uitzicht op het Middeleeuwse burchtcomplex dat op een berg boven het dorp ligt. Bij de brug over de Adige volg je niet het fietspad dat nu oversteekt naar de andere kant van de rivier, maar blijft een zacht voetpad tussen de spoorlijn en de Adige volgen. Je maakt een omweggetje door het oude stadje Calliano om over een zijrivier van de Adige te komen. Buiten dit stadje ga je niet verder langs de Adige maar loop je door de boomgaarden naar Volano. na deze plaats loop je 1 km over het voetpad langs de SS12, en slaat dan af richting centrum van Rovereto.

Etappe 60 Rovereto-Sabbionara (23 km)

Uit het centrum van de oude stad Rovereto volg je door een stadspark de Leno, een zijstroompje van de Adige. Vlak voor de monding steek je de Leno over. Je loopt door de velden en dan kort door een bedrijventerrein. Achter een van die bedrijven begint een verrassend natuurpad dat je door de Lavini di Marco voert. Het pad door dit natuurgebied leidt je naar Marco, en vanaf daar ga je weer tussen wijngaarden en boomgaarden door naar Serravalle. Daar kom je weer bij de Adige, die je nu oversteekt en langs de andere oever blijft volgen, soms dichtbij, soms wat verderaf, tot je ter hoogte van Ala komt. Je blijft hier de westelijke oever volgen, tot bij de brug van Avio. Avio ligt echter 1,5 km verder vanaf de brug, maar kent wel overnachtingsmogelijkheden, naast Sabbionara dat dichter bij de brug ligt. 

Etappe 61 Sabbionara-Dolcè (22 km)

Bij de brug van Avio steek je over naar de oostelijke oever van de Adige. Je loopt 6 km over deze oever, meestal langs de bergrand maar soms vlak langs de rivier, tot je in Borghetto aankomt. Daar steek je de rivier over, en loop je 1 km loodrecht op de rivier tot het Biffi kanaal. Steek het kanaal niet over maar loop 1 km door tot de volgende brug. Daar steek je over en volg je de andere oever tot het dorp Belluno. Aan het eind van het dorp steek je het kanaal weer over en volg je de andere oever tot Rivalta. Daar ligt het kanaal dicht bij de Adige en steek je die rivier over naar Peri. Vanaf daar volg je een fietspad dat meestal ver genoeg van de SS12 weg afligt. Je komt aan in Dolcè waar je kunt overnachten, of eventueel 4 km doorlopen naar Cerraino.

Etappe 62 Dolcè-Bussolengo (18 km)

 Je loopt 4 km grotendeels door de velden langs de rivier naar Cerraino. Daar begint een bijzonder moois stuk langs de Adige. Je loopt door een nauwe kloof met bijzonder mooie rotsformaties. Bij Volargne neem je even afscheid van de Adige. je loopt langs de rand van steeds lager wordende bergen naar het zuiden. Door de velden bereik je Arcè, aan de oever van de Adige. Deze rivier steek je over een smalle brug over, kort daarna gevolgd door het Biffi kanaal. Aan de overkant kom je aan in Bussolengo, eindpunt van de etappe. Je moet even een steile helling op om in de stad te komen. Als je iets meer kilometers wilt maken, kun je doorlopen naar Sona. De route zal verder gaan via Mantua, waar je over twee dagen zult aankomen. Mocht je alsnog Verona willen bekijken: die stad is in 1 dag te bereiken (18 km over een Jakobsweg langs de Adige).

Etappe 63 Bussolengo-Mozzecane (27 km)

Aan de rand van Bussolengo volg je fietsroute 30 naar Palazzolo. Zo loop je door een uitgeholde weg langs een beekje. Bij de Strada del Gabanel verlaat je de beek en buig je af naar een viaduct onder de Brenner Autobahn door. Licht stijgend bereik je Palazzolo. vandaar ga je door de velden naar Sona. Daar daal je over smalle weggetjes af naar de spoorlijn tot vlak bij het station van Sona en Sommacampagna. Je loopt vervolgens ongeveer 1 km over iets drukkere wegen. Men is hier in 2023 bezig aan deze wegen, zodat de uiteindelijke situatie nog niet helemaal duidelijk is (zie foto's op google maps). Maar meteen hierna ga je over smalle weggetjes omhoog naar het Santuario della Madonna di Monte en vandaar omlaag tot je over een viaduct snelweg A4 oversteekt. Na ruim een kilometer ben je dan in Sommacampagna, een wat grotere plaats met overnachtingsmogelijkheden. Buiten deze plaats loop je door de velden tot vlak voor het einde van de landingsbanen van het vliegveld van Verona. Daar voor buig je af en door de velden bereik je de oude stad Villafranca di Verona, met een mooie kerk en middeleeuwse burcht. Je bent nu echt in de Po-vlakte terecht gekomen. Na nog een uur door de velden, ruwweg het tracé van een enkelspoors spoorlijn volgend, kom je in Mozzecane.

Etappe 64 Mozzecane-Mantova (29 km)

Vanuit Mozzecane loop je ongeveer 10 km door de vlakke velden naar het stadje Roverbella. Je slaat geregeld even af naar links of rechts, om drukke wegen te vermijden. Je verlaat Roverbella over de stoep langs de voorrangsweg, en waar die stoep ophoudt ga je even een blokje om door een woonwijk. Aan het einde daarvan steek je de voorrangsweg over naar een boerderij. Bij die boerderij sla je af richting linksvoor over een pad naar het gehucht Castelletto. Waarschijnlijk kun je bij de boerderij ook rechtdoor lopen, en zo 1 km korter lopen, maar we zijn niet zeker of het zonder hekken is. Bij Castelletto steek je het kanaal over en volgt die een poosje. Je steekt een voorrangsweg over en gaat door door de velden naar de grotere plaats Marmirolo. Aan het einde van die plaats volg je een mooi wandelpad dat licht slingert door een omgeving die ook zomaar in Nederland zou kunnen liggen.

Na het passeren van een natuurpark kom je uiteindelijk bij een breed en diep irrigatiekanaal. je steekt het kanaal over en je kronkelt dan even over verschillende paadjes naar de Fosso Parcarello. Over een mooi pad langs dit beekje bereik je Citadella, dat aan de rivier Mincio ligt. Over een 800 meter lange dam bereik je dan Mantua, een indrukwekkende historische stad met veel middeleeuwse gebouwen en bezienswaardigheden. In de Sint Andreasbasiliek bewaart men relieken van Christus die op Goede Vrijdag in processie door de stad gaan.

Castello di San Giorgio, Mantova


De Minceo rivier

De abdij van San Benedetto in Polirone, in San Benedetto Po

De Secchia

De kerk van Sorbara

Het park van Villa Sorra

De velden bij Castelfranco Emilia

De basiliek van Sint Petronius in Bologna

Traject Mantova-Bologna

Door de Povlakte naar de Apennijnen

Etappe 65 Mantova-Bagnolo San Vito (13 km)

Van Mantova tot aan de Po volg je het lange afstandspad Via Matildica del Volto Santo. Je loopt Mantova uit in zuidelijke richting, tot aan het park van Palazzo Te. Daar ga je linksaf en loopt langs de rand van het park tot aan het voetbalstadion. Daar loop je omheen en steek je een drukke weg over. Aan de overkant begint een rustige weg langs sportvelden die uitkomt bij de rivier de Minceo. Je loopt een stukje langs de rivier en passeert aan je rechterhand een oud fort. Door de velden (met een monument dat aan de dichter Vegilius herinnert) kom je in Pietola Vecchia. Daar loop je landinwaarts tot je bij het Canale Fossata aankomt. Je loopt vervolgens 5 km langs dit licht kronkelende kanaaltje langs San Biagio naar Bagnolo San Vito, het eindpunt van deze etappe.

Etappe 66 Bagnolo San Vito-Quistello (20 km)

Na Bagnolo San Vito verlaat je het kanaal en loop je over rustige wegen naar de Po, die je na 4 km bereikt. Je loopt over een grindpad over de dijk van de Po naar het oosten. Daarna loop je naar de weg die over de Po leidt. Let op, hier moet je 800 meter langs de linkerberm van een voorrangsweg lopen, die soms druk kan zijn. Die voert je naar de brug, die je voorzichtig moet gebruiken langs de vangrail aan de linkerkant. Helaas zijn de voetgangerszones van de oude brug afgesloten. Er ligt al een nieuwe brug, die naar verwachting 29 februari 2024 voor het verkeer in gebruik genomen wordt. Dan zal er ook een andere, veilige toegang en overgang voor voetgangers en fietsers in gebruik genomen worden zodat je de voorrangsweg kunt vermijden. De werkzaamheden in de uiterwaarden zullen naar verwachting in 2027 worden afgerond, waarvoor de brug in 2026 een paar maanden dicht zal moeten zijn [Bron: La Voce di Mantova 20-12-2023]. Check 1 of 2 dagen van tevoren (bijv. op google maps) of de brug dan open is. Vanaf Mantua kun je als alternatief de brug bij Borgoforte nemen; is ongeveer 1 dag langer; wij hebben eventueel een gps-spoor voor die omweg.

Aan het einde van de brug ga je aan de rechterkant het talud af, terug naar de rivier, onder de brug door, en dan 1 km in oostelijke richting over de dijk van de Po. Bij de eerste gelegenheid ga je rechtsaf de dijk af. De weg door licht bebouwd gebied voert je naar San Benedetto Po. Vergeet niet even een bezoek te brengen aan de resten van de grote Benedictijner abdij die hier staat. Net voorbij de abdij sla je links af en bereikt na 3 km een kanaal dat je oversteekt. Vlak daarna bereik je de rivier de Secchia. Je zult deze rivier de komende dagen 43 km blijven. Na 3 km bereik je over een brug Quistello, eindpunt van deze etappe. Hier is ook een station, dat je kunt gebruiken als je hier geen accommodatie zou kunnen vinden.

Etappe 67 Quistello-Concordia sulla Secchia (15 km)

De beschrijving van deze etappe is simpel: je volgt de kronkelende dijk van de rivier de Secchia tot aan het eindpunt. In Concordia sulla Secchia is accommodatie beschikbaar, maar mocht dat niet lukken, dan kun je daar ook de Secchia oversteken, en nog 5 km verder lopen over de dijk naar La Locanda nel Frutteto, een uitstekend agriturismo (met ontbijt, zonder diner).

Etappe 68 Concordia sulla Secchia-Sorbara (26 km)

Vanuit deze stad loop je verder over de kronkelende dijk (meestal grindweg) naar het dorp Pioppa. Mocht je de grindweg even zat zijn, dan kun je langs dit tracé ook vaak stukjes over de asfaltweg aan de binnenkant van de dijk lopen. Nadeel is dat daar wel wat auto's rijden, maar erg druk is het ook niet. Als je de vorige dag bij Sorbara bent overgestoken, kun je bij de brug van Pioppa weer op onze route over de oostelijke oever van de Secchia komen. In deze buurt kun je bij helder weer al de toppe van de Apennijnen in de verte zien liggen. Na Pioppa blijf je de dijk volgen, totdat je vlak voor Sorbara afscheid neemt van deze rivier en afbuigt naar deze plaats.

Etappe 69 Sorbara-Castelfranco Emilia (32 km)

Vergeet in Sorbara niet even de bijna 1000 jaar oude kerk te bezoeken die door Mathilde van Canossa is gesticht. Je verlaat deze plaats over een afgescheiden fietspad langs de weg naar Bastiglia. Daar sla je af en loopt langs een bochtig kanaal naar Bomporto. Daar ga je de dijk op van de Panaro, een andere zijrivier van de Po. Na 4 km verlaat je deze rivier alweer en ga je 3 km oostwaarts over smalle landwegen. Daarna buig je weer af naar het zuiden, om in Nonantola te komen. Daar staat een indrukwekkende abdijkerk, gewijd aan Sint Sylvester. je bent hier halverwege deze wat langere etappe, en de plaats biedt je een goede gelegenheid om te lunchen. Je verlaat Nonantola weer zuidwaarts en gaat over landwegen verder. Je kruist de hoge snelheidslijn en bent dan al snel in het mooie park van de Villa Sorra, ook bekend van de laatste beruchte film van Pasolini uit 1975. Twee kilometer verder kom je in Panzano, waar een groot middeleeuws kasteel staat van een van de rijkste families van Bologna. Hier had de sterrenkundige Cassini een observatorium tot zijn beschikking. Niet lang hierna bereik je de rand van Castelfranco Emilia, eindpunt van deze etappe. Hier kun je overnachten, maar de route gaat verder langs de rand van de stad.

Etappe 70 Castelfranco Emilia-Lavina di Mezzo (15 km)

Na de vorige lange etappe kun je het nu wat rustiger aan doen. Na een kilometer kom je op een soort polderweg langs het Canale Manzolino, dat je naar de gelijknamige plaats brengt. Je vervolgt je route over landwegen, en passeert een groot festivalterrein op het Bosco Albergati. Een eind verder brengen de landwegen je tot de alleenstaande kerk Santa Maria in Strada. Daarna loop je twee km over een rechte weg, de via Piero Turini. De weg is niet erg druk, maar omdat de weg recht is is de snelheid van auto's soms wat aan de hoge kant. Je kunt hier echter veilig lopen, want de berm is breed genoeg om eventueel uit te wijken. Na een brug sla je rechts af en loopt door een rustige landweg richting Anzola dell'Emilia. Je bent nu op de Via Emilia aangekomen, een kaarsrechte weg die destijds door de Romeinen is aangelegd om snel troepen te kunnen verplaatsen. Je vertrekpunt vandaag lag trouwens ook aan deze oude weg. Over voet- en fietspaden langs deze weg bereik je al snel Lavino di Mezzo.

Etappe 71 Lavino di Mezzo-Ponticella (20 km)

Op deze etappe passeer je na 13 km het centrum van Bologna. De etappe eindigt letterlijk aan de voet van de Apennijnen in Ponticella. Je kunt er uiteraard voor kiezen om na een lunch in Bologna de rest van de dag in die bijzonder mooie middeleeuwse stad door te brengen en daar te overnachten. Je kunt dan de volgende dag naar Pianoro doorlopen (waar je kunt overnachten, of de trein terug naar Bologna nemen voor een overnachting), en dan de volgende dag in één keer doorlopen naar Monzuno. 

Op je vertrekpunt verlaat je even de Via Emilia en loop je al snel door de velden, eerst over de Via Masini, dan de Via Mincio, die je over een viaduct aan de andere kant van de snelweg brengt, en dan over de Via Ducati, die je naar de Ducati fabriek en het Ducati museum brengt. Bij de plaats Borgo Paganale kom je weer op het tracé van de Via Emilia uit. Die weg volg je 2 km tot over de brug over de rivier de Reno. Daar sla je rechtsaf en loopt dan door wat rustiger buitenwijken van de Bologna door naar het centrum. Hoogtepunten daar zijn het paleis van koning Enzo, en de basiliek van Sint Petronius. Maar er is veel meer te vinden in deze stad met de oudste universiteit van Europa, uit 1088.

Vanuit het centrum van Bologna loop je verder in zuidoostelijke richting. Na het verlaten van de oude binnenstad loop je door een groot park, de Giardini Margherita. Na het verlaten van het park ga je door deels nauwe straatjes verder, tot het eind van de etappe grotendeels over de wandelroute Cammino di Sant' Antonio.


Het pad naar Pianoro

Uitzicht vanuit Monzuno

Uitzicht vanaf Gabbiano op San Benedetto val di Sembra

Panorama tussen Lagaro en Castiglione dei Pepoli

Uitzicht vanaf de Monte Tavianella

Blik over de Sieve vanaf Latera

Firenze

Traject Bologna-Firenze

door de Apennijnen

Etappe 72 Ponticella-Brento (19 km)

Ter hoogte van Ponticella begin je te klimmen. Deze etappe klim je 610 meter en daal je 250 meter. Zoals bij de vorige etappe aangegeven, kun je ook 7 km eerder in Bologna beginnen, en dan in Pianoro stoppen. Dan loop je ook 19 km, en de volgende dag naar Monzuno 17 km.

Je klimt 300 meter tot de Monte Calvo, voor een deel over kleipaden. Op het eerste stuk heb je nog een mooi uitzicht over de stad Bologna, en bij helder weer kun je aan de andere kant van de Povlakte achter Bologna de toppen van de Alpen zien. Onderweg passeer je de kapel van Madonna dei Boschi. Na de plaats Montecalvo klim je verder tot top van de gelijknamige Monte Calvo (389 m), vanwaar je een fantastisch uitzicht over de Apennijnen hebt. Over een bergkam en over kleipaden daal je nu langzaam af naar Pianoro. Let op dat de kleipaden na een regenbui glad dan wel plakkerig kunnen zijn. 

Pianoro heeft een station met een uitstekende verbinding naar Bologna. Vanaf deze plaats loop je door naar Pianoro Vecchio. Daar steek je de rivier de Savena over, en loopt over in het algemeen rustige asfaltwegen geleidelijk omhoog naar het dorp Brento.

Etappe 73 Brento-Monzuno (10 km)

Deze etappe valt geheel samen met een stuk van de Via degli Dei, een bekende lange afstandsroute van Bologna naar Firenze. Het uitzicht onderweg is mooi, maar op een verder te beschrijven stuk na is de route niet helemaal prettig, omdat die 1 km na Brento samenvalt met een redelijk druk bereden weg. Waar mogelijk heeft men soms kleine geitenpaadjes langs de weg gelegd, zodat je geen last hebt van het verkeer, maar anderzijds kun je op de asfaltweg weer lekker doorlopen zonder dat je op keien en dergelijke moet letten. Gelukkig kun je op dit stuk regelmatig kiezen tussen asfaltweg en geitenpaadjes, zodat er voor ieder wat wils is.

Op 2 km na Brento kun je voor een half uur even afscheid nemen van de asfaltweg. Je buigt af naar rechts, daalt licht en komt dan op een oud, origineel stuk van de Via Flaminia Militare, aangelegd in 187 voor Christus, om snel troepen tussen Arezzo en Bologna te kunnen verplaatsen. De toestand van de weg was toen wellicht beter, want nu ligt het pad bezaaid met losse keien. Historisch interessant, maar het loopt niet prettig. Een stukje asfalt verderop voelt dan weldadig aan. Uiteindelijk bereik je Monzuno, een plaats met veel overnachtingsmogelijkheden vanwege de ligging aan de Via degli Dei.

Etappe 74 Monzuno-Ripoli di Sotto (17 km)

Je verlaat Monzuno en de Via degli Dei om een wat minder hoge, westelijke route te nemen. Eerst moet je nog 3 km verder klimmen, tot een hoogte van ruim 800 meter. Daarna begint een lange afdaling naar 400 m, gevolgd door een klim naar 600 m en een steile afdaling naar 300 m boven zeeniveau.

De eerste 4 km gaan over rustige asfaltweggetjes langs de buurtschap Trappola. Waar de asfaltweg linksaf buigt ga je rechtdoor en loop je 1 km over een keiig pad naar beneden naar het dorp Gabbiano. Onderweg heb je weer mooie uitzichten. Hierna heb je weer een goede, rustige weg naar beneden naar het dorpje Valle, en kort na dit dorp steek je de de rivier de Sambro over. Je klimt nu omhoog naar Bivio en Sant'Andrea. Daar maakt de weg een scherpe haarspeldbocht en klim je verder over een rustige weg naar de bergpas Croce delle Vie op 678 meter hoogte. Vanaf daar daal je vrij steil af over een goed begaanbare weg naar Ripoli di Sotto. 

Overnachtingsplekken rond het eindpunt van deze etappe zijn er te vinden soms op een paar km lopen van de route. Dat hangt ook af van het seizoen. Mocht je niets vinden: geen nood, vlakbij is een station, en vandaar heb je een goed uursverbinding met Bologna (terug op de route) of Prato (aan de andere kant van de bergen) met ruime keuze aan adressen.

Etappe 75 Ripoli di Sotto-Baragazza (19 km)

Bij het station van San Benedetto Val di Sembra-Castiglione dei Pepoli (inderdaad een lange naam) ga je door een nauwe voetgangerstunnel onder het spoor door. Daarna klim je omhoog over een weg met zes steeds langer wordende  haarspeldbochten. Vlak bij de plaats Lagaro (die je niet aandoet) kom je op de goed gemarkeerde wandelroute CAI007 die je licht klimmend volgt. Uiteindelijk kom je op een bergkam met mooi uitzicht aan beide kanten. Je volgt de bergkam en komt uiteindelijk aan bij de rand van Castiglione dei Pepoli. Daar zijn ook overnachtingsmogelijkheden, mocht je verderop in Baragazza niets kunnen vinden. Na Castiglione dei Pepoli verlaat je het pad CAI007 en daal je af, eerst een klein stuk over een provinciale weg, en daarna door een natuurgebied tot de rivier de Setta. Daar moet je weer klimmen, maar na een half uur ben je al bij het eindpunt, Baragazza.

Etappe 76 Baragazza-Barberino di Mugello (24 km)

In Baragazza kun je nog even je lunch inslaan bij de kleine supermarkt, want onderweg naar het eindpunt kom je niets tegen. In deze plaats begin je aan een makkelijke klim van 300 meter stijging over een rustig asfaltweggetje naar de plaats Monte Tavianella, die ruim 150 meter onder de gelijknamige berg ligt. Je hoogste punt ligt op 1020 meter boven zee, en dit is tevens het hoogste punt van je Apennijnenoversteek. Je loopt eerst een klein uur licht op en neer, en 2 km na deze plaats steek je ongemerkt de grens tussen Emilia Romagna en Toscane over. Vanaf daar begint een lange, gestage afdaling van in totaal 750 meter naar het eindpunt van de etaappe. Je loopt lange tijd over bospaden en komt zo nu en dan een ruïne van een huis of een verlaten landgoed tegen. Onderweg passeer je twee keer een snelweg, maar dat is bijna ongemerkt want die lopen door een tunnel diep onder je voeten door. Uiteindelijk kom je in de buitenwijken van Barberino di Mugello. Hier zijn voldoende overnachtingsmogelijkheden.

Etappe 77 Barberino di Mugello-Carraio (19 km)

Uit Barberino loop je eerst door een park aan de rand van een stuwmeer in de rivier de Sieve. Je passeert twee van de stromen die dit meer voeden en klimt dan even 50 meter naar de plaats Latera. Daar heb je een mooi uitzicht over het meer. Vervolgens daal je weer af naar het meer. Met deze route vermijdt je de drukke weg rondom het meer, op een klein stukje van 200 meter na. Hierna sla je af en klim je ruim 200 meter over 5 km, al lopend over rustige wandelpaden. Bij het gehucht Torricella moet je even rechtsaf naar beneden en daarna weer omhoog; je kunt in principe rechtdoor lopen maar dat is privé-terrein. Als je vlak hierna weer boven bent, ga je aan de andere kant van de bergkam weer langzaam naar beneden naar her dorp Legri. Vanaf daar loop je door een beekdal. Je kruist de snelweg en bent dan ter hoogte van het dorp Carraia, eindpunt van deze etappe.

Voor overnachtingen kun je echter beter doorlopen tot Calenzano, de grote stad op de volgende etappe. 

Etappe 78 Carraio-Firenze (22 km)

Je volgt het water verder naar beneden tot je in de buitenwijken van Calenzano komt. Als je besluit in deze stad te overnachten, is het zeker de moeite waard om je route even over het Castello di Calenzano te laten gaan. vanaf dit kasteel heb je bij goed weer een mooi uitzicht op Firenze. Onze route buigt echter net voor Calenzano af en volgt dan grotendeels de Jacobsweg naar Firenze. Je passeert eerste Settimello en loopt dan over een heuvelhelling naar Querceto. Je daalt nu langzaam af naar Florence. Het laatste stuk loop je tussen de hoge muren van de tuinen van de paleizen van de rijke families die Firenze indertijd kende. Op enkele plekken kun je die tuinen bekijken, zoals bij de Villa Medicea la Petraia. 

Je komt Firenze binnen ter hoogte van een groot ziekenhuiscomplex. De Jacobsweg gaar daar verder over smalle wegen achterlangs deze complexen. Dat lijkt leuk, maar toen wij het liepen werd het als sluiproute door ziekenhuispersoneel en bezoekers gebruikt, hetgeen niet prettig liep. Daarom loopt onze route verder over de stoep van een wat bredere weg. Na 1,5 km volg je weer dezelfde route als de Jacobsweg om in het centrum van Firenze aan te komen.


Terugblik op Firenze

De Maria Theotokos kerk

San Giovanni Valdarno

Witte reiger in de Torrente Ambra bij Levane

Blik over de Arno bij de plek waar het Canale Maestro della Chiana uitmondt

Arezzo

Traject Firenze-Arezzo

Door het dal van de Arno

Etappe 79 Firenze-Antella (11 km)

Deze kortere etappe kun je gebruiken om in de ochtend nog wat in Firenze rond te kijken. Als alternatief kun je ook eerder vertrekken en 10 km doorlopen naar La Luna.

Door het ontbreken van wandel- of fietspaden kun je niet direct langs de Arno blijven lopen, maar moet je een stuk door het heuvelland lopen. Voordeel is wel dat de route hierdoor iets korter is.

Wanneer je de oude stad van Firenze uitloopt, kom je bij de Ponte Vecchio bij de Arno. Je loopt vervolgens langs de noordoever van deze rivier verder. Je volgt deze rivier 1,5 km. In de ochtend komen je hier drommen toeristen tegemoet, die iets verderop uit hun bussen geloosd worden. Bij de Ponte San Nicolo steek je de Arno over. Hierna loop je eerst door Gavinana, een voorstad van Firenze. Weersta de verleiding om af te snijden door de Via Benedetto Fortini, want deze weg is smal en ommuurd en is een sluiproute voor spitsverkeer.

Je buigt af en klimt geleidelijk naar Ponte a Ema. Aan het eind van deze plaats ga je onder de snelweg door en loopt om een sportveld heen. Daarna begin je te klimmen en kom je uiteindelijk in Antella aan.

Etappe 80 Antella-Inciso in Val d'Arno (20 km)

Je verlaat Antella over de Via di Montisoni. Deze rustige weg klimt geleidelijk aan 260 meter omhoog naar het kasteel Montisoni. Onderweg heb je een prachtig uitzicht over Firenze, als je terugkijkt. Je loopt door een bos verder naar San Donato in Collina. Daar daal je af naar Troghi. Buiten deze plaats klim je even een heuvel op door een weide. Hier is het pad over een lengte van 100 m wat lastig te zien, maar wel goed begaanbaar en als je je gps-spoor gebruikt kom je feilloos weer op een duidelijk pad, dat je naar de buurtschap La Luna brengt. Hier is ook een camping die bungalowtjes verhuurt voor overnachtingen (helaas zonder goed werkend internet). Na deze buurtschap passeer je de snelweg en ga je aan de andere kant van jet dal licht omhoog naar de buurtschap San Michele. Daar begint een langzame maar zekere afdaling naar het dal van de Arno. Onderweg passeer je nog de architectonisch bijzondere Maria Theotokos kerk, waar een katholieke organisatie ook een conferentiecentrum heeft. Er is ook een bar voor dorstige kelen. Je loopt verder, en het laatste stuk van de afdaling gaat vrij stijl omlaag naar het eindpunt van de etappe.

Etappe 81 Inciso in Val d'Arno-Montevarchi (25 km)

Bij Inciso steek je de spoorlijn over en loop je tussen het spoor en de Arno over een rustig pad. Als je Figline Valdarno nadert, moet je even aan de andere kant van het spoor over een voetpad door een bedrijventerrein lopen. Daarna kun je weer terug naar de rivierkant, en een kilometer verderop ga je weer naar de stadskant.

Je kunt, in tegenstelling wat kaarten daar aangeven, niet rechtdoor langs de rivier, want dan moet je een diepe zijstroom van de Arno oversteken zonder dat daar een brug is. In principe zou je, nadat je wat dieper landinwaarts die stroom bent overgestoken, weer een stuk verder langs de Arno lopen, maar dan stuit je kilometers verderop bij San Giovanni Valdarno onherroepelijk op een drukke voorrangsweg met nauwe bruggen, waar je honderden meters over moet lopen. Daarom kiezen we hier voor een route die dat vermijdt en iets meer landinwaarts gaat.

Je gaat aan het einde van Figline Valdarno dus landinwaarts en loopt via een grote boog naar San Giovanni Valdarno, eerst over redelijk rustige landwegen, en dan door een prachtig natuurgebied, dat is overgebleven nadat de mijnbouwactiviteiten hier gestaakt zijn. Je loopt dus een stuk van de Anello del Forestello, een plaatselijk natuurpad. Bij het plaatsje Porcellino kom je weer in de bewoonde wereld, en kort daarna in San Giovanni. Het eerste stuk van deze plaats is industrieel, maar je komt daarna aan in een verrassend mooi oud centrum. na dit centrum ga je weer naar de Arno, die je 4 km volgt. Daarna buig je even af naar Montevarchi, waar je kunt overnachten.

Etappe 82 Montevarchi-Pieve a Presciano (17 km)

Na Valdarno ga je weer even naar de Arno. Er is langs dit stuk van de Arno namelijk geen te bewandelen pad. Daarna buig je weer af van de rivier en komt dan aan in de plaats Levanella. Je loopt door de bebouwde kom door naar Levane. Daar begin je aan een klim van 250 meter door velden, bossen en wijngaarden tot de buurtschap Montozzi, waar je weer af gaat dalen, totdat je in Pieve a Presciano komt.

Etappe 83 Pieve a Presciano-Pieve a Maiano (12 km)

Na Pieve a Presciano stijg je weer door de bossen tot je bij het gehucht Faella komt. Hier moet je even goed kijken hoe je langs de boerderij komt. Die passeer je eerst aan de rechterkant, en buigt dan af naar links. Hierna daal je af door het bos en loop je door tot Ponticino. Kun je in deze omgeving geen slaapplek vinden, dan kun je hier een trein nemen naar Arezzo of terug naar Montevarchi om te overnachten. Na Ponticino kruis je weer de Autostrada del Sol, en loop je door een natuurgebied naat Pieve a Maiano.

Etappe 84 Pieve a Maiano-Arezzo (18 km)

Je bent nu weer dicht bij de Arno, en kunt geregeld genieten van het uitzicht over de vallei. Je volgt deze rivier 7 km op enige hoogte en afstand daarvan, totdat je bij de plek komt waar het Canale Maestro della Chiana in de Arno uitkomt. Je zult de komende dagen de loop van dat kanaal een heel eind volgen, maar deze etappe nog niet. Je steekt het met een brug over en verlaat dan voorgoed de Arno. Via het dorpje Quarata en de velden kom je aan in een voorstad van Arezzo, San Leo genaamd. Door een park bereik je de Via Fiorentina, een kaarsrechte, van oorsprong nog Romeinse weg die je na 3 km in het hartje van Arezzo brengt. 


In het Val di Chiana

Foiano di Chiana

Lago di Chiusi

Voormalig waterstaatsgebouw tussen Chiusi en Fabro

De Via Cassia Antica

Orvieto

Traject Arezzo-Orvieto

Door het Val di Chiana van de Arno naar de Tiber

Etappe 85 Arezzo-Borghetto (18 km)

Vanuit het oude centrum van Arezzo bij de Dom loop je naar het station. Aan de andere kant van het station kom je in een park en loop je langs een ziekenhuiscomplex. Je bent dan al snel de stad uit en loopt langs het rustige vliegveld naar de buurtschap Vignale. Daar sla je rechts af naar het dorp Agazzi. Vanaf daar loop je half om een berg heen, tot je bij het Canale Maestro della Chiana komt, dat hier kaarsrecht wordt.

Je bent nu in het geheel vlakke dal van de Chiana, dat je ruim 60 km zult volgen. Het water in dit dal vloeide in het verleden geregeld de andere kant op: soms in de Arno, soms in de Tiber.  Hoewel het dal vlak is, is het niet saai: aan beide kanten zie je oeroude steden op de heuvels liggen. Omdat er weinig schaduw is, wordt het afgeraden om hier in juli of augustus te lopen. Er zijn wel her en der langs de route enkele watertappunten, en in het algemeen liggen overnachtingsmogelijkheden biet al te ver van de route.

Bij Pieve al Toppo is een bushalte bij de brug over het kanaal. Daar kun je gebruik van maken als je in Arezzo wilt overnachten (uursdienst, verstandig om tickets al eerder in Arezzo te kopen). Vlak bij het eindpunt (Borghetto of Montagnano) zijn ook overnachtingsmogelijkheden. 

Etappe 86 Borghetto-Valiano (27 km)

De route is vrij simpel: je blijft de waterstaatspaden langs het kanaal volgen. Halverwege passeer je op 1,5 km Foiano di Chiana, een mooi stadje met overnachtingsmogelijkheden. 

Etappe 87 Valiano-Chiusi Scalo (21 km)

Ook op deze etappe is het hoogteverschil minimaal: je klimt of daalt minder dan 10 meter. Je loopt eerst nog 6 km langs het kanaal. Daarna kom je bij het Lago di Pulciano, een bijzonder mooi natuurreservaat, bestaande uit een meer omgeven door moerassen. Je kunt hier heel veel vogels spotten. Bij dit meer buig je af, en loop je naar het tweede meer, het Lago di Chiusi. Ook dit meer is weer erg mooi. Bij het meer is een uitspanning. Het is nu niet ver meer naar Chiusi, een wat grotere plaats. Weersta hier de verleiding om de trein naar Rome te nemen (die doet er slechts twee uur over vanaf hier).

Etappe 88 Chiusi Scalo-Fabro (22 km)

Vanaf het station van Chiusi loop je weg van het midden van het dal. Na 1,5 km bereik je de rand van de heuvels rondom het dal. Over rustige wandelpaden loop je langs deze bergrand naar het dorp Ponticelli, 9 km verderop met een bar. Kort na dit dorp valt de route weeer even samen met de Via Romea Germanica, die vanaf Arezzo een route door de bergen kent. Na het passeren van het dorp Santa Maria ben je al snel in Fabro, eindpunt van deze etappe.

Etappe 89 Fabro-Orvieto (29 km)

Deze wat langere etappe kun je eventueel ook in tweeën knippen, om wat langer van Orvieto te kunnen genieten. Halverwege bij Pianlungo is wat beperkt accommodatie beschikbaar, of alternatief is hier een station (Allerona-Castel Viscardo), met wat beperkt treinverkeer (check vooraf vertrektijden als je hiervan gebruik wilt maken).

Bij Fabro verlaat je de Chiana-rivier, en volgt over landwegen ruwweg het tracé van de snelweg, zonder daar last van te hebben. Na 5 km klim je 60 meter hoger op een bergkam. Aan het einde van de kam ga je weer naar beneden en kruis je de spoorlijn en de autosnelweg door een tunnel. Daarna klim je weer omhoog en kom je op de Via Cassia Antica, de oude Romeinse weg van Rome naar het noorden (maar er is niets meer te zien van de oude weg). Je krijgt hier voor het eerst in de verte Orvieto hoog op een berg te zien. Maar om daar te komen ga je eerst langzaam maar gestaag naar beneden naar Pianlungo. Je bent intussen weer een stuk op de Via Romea aanbeland. Na het oversteken van de snelweg snijdt die Via Romea een stukje af, maar dan moet je door/over een wad in een beek dat althans toen wij er langs kwamen er niet erg aantrekkelijk uitzag om over te steken.

Onze route gaat daarom eerst door de bebouwde kom van Pianlungo, om op die manier op de grote brug over de rivier de Paglio te komen. Op de 300 meter voor de brug moet je even over de voorrangsweg lopen (geen voetpad) maar op de brug zelf is een smalle strook voor voetgangers, en na de brug kun je als snel van de weg af, aan de linkerkant met een scherpe bocht terug tot vlak bij de rivier. Je loopt nu een kilometer door weilanden om dan weer op een verharde, redelijk rustige weg te komen. Na 2 km buigt de Via Romea af naar links (neemt een ons inziens onnodige klim), maar onze route gaat dichter langs de rivier om vervolgens bij een bedrijventerrein in Fontanelle di Bardano aan te komen. Je volgt even een drukke weg via de stoep, maar slaat dan rechtsaf door de velden. Daarna is er geen ontkomen aan 500 meter over een drukke voorangsweg, gelukkig wel met een redelijk brede berm, en met een schitterend uitzicht op Orvieto dat steeds dichterbij komt. Je komt dan in Sferracavallo, en daarna wordt de route rustiger. Vlak onder Orvieto wacht je nog een steile klim van 200 meter naar de stad, deels over een weg waar ook autoverkeer is. Maar je wordt beloond met een bijzonder mooie, oude stad als eindpunt van de etappe.


Civita di Bagnoregio

Civitella d'Agliano

Bomarzo

Processie ter ere van Sint Liberatus in Mugnano in Teverina

Traject Orvieto-Orte

Door het dal van de Tiber

Etappe 90 Orvieto-Bagnoregio (20 km)

Je volgt vandaag volledig een etappe van de Via Romea Germanica. Je daalt steil de stad af, steekt een weg over en stijgt dan weer over een smal pad tussen struiken en bomen steil omhoog op de berg tegenover de stad. Boven aangekomen op de hoogvlakte zijn wat herinneringen aan Etruskische graven. Je loopt langs Porano Vecchia en dan langs Porano. Daarna kronkel je door de velden naar de stad Lubriano. Vanaf een plateau in deze plaats heb je een mooi uitzicht over Civita di Bagnoregio, het eindpunt van deze etappe.

Maar voor je daar bent, moet je eerst nog door een diep dal. De omgeving is hier erg onderhevig aan erosie. In 2023 was bijvoorbeeld het eerste stuk van de Via Romea uit Lubriuano richting Bagnoregio (met bewegwijzering) niet begaanbaar: het was afgesloten vanwege aardverschuivingen. De route gaat daarom verder zoals aangegeven op het gps-spoor, over de Strada della Fontana, een ruim grindpad. Dat daalt 150 meter kronkelend af in het dal, en klimt dan aan de andere kant weer omhoog. Vlak onder het stadje lijkt de weg schijnbaar dood te lopen, maar dan zie je opeens een lange tunnel onder de stadsberg door. Aan het andere eind van de tunnel kom je bij een geitenpaadje, dat je verder omhoog voert naar de oostelijke punt van de plaats. Je kunt nu genieten van de bouwwerken in deze auto-vrije mini-plaats en vaan de vele toeristen uit alle hoeken van de wereld. 

Aan het andere einde van de plaats ga je over een lange voetgangersbrug naar de berg waarop het nieuwe Bagnoregio ligt. Vanaf deze kant hoef je geen entreegeld voor Civita di Bagnoregio te betalen; het aantal wandelaars dat onze route kiest is dagelijks waarschijnlijk op de vingers van één hand te tellen, zodat het niet loont om aan de oostkant ook een kassa neer te zetten.

Vergeet niet om, nadat je de brug verlaten hebt, een foto te nemen van deze bijzondere plaats, die vanwege de erosie ook wel de stervende stad genoemd wordt. In Bagnoregio (maar ook in Civita di Bagnoregio) is voldoende accommodatie te vinden.

Etappe 91 Bagnoregio-Civitella d'Agliano (12 km)

Je verlaat Bagnoregio over een smal paadje aan de zuidkant van de stad. Let goed op je gps-track om te zien waar dit begint: er zijn hier heel veel steegjes. Je passeert eerst nog een openbare openlucht wsserij, die nog door dames uit de stad gebruikt wordt voor hun handwas. Daarna loop je over een rustige verharde weg (SP137)  die je in het dal van de Rio Torbido, een zijriviertje van de Tiber,  brengt. Je bent nu in het gebied van de Calanchi, indrukwekkende kleiformaties die voortdurend aan hevige erosie onderhevig zijn. Je volgt deze weg 9 km en komt dan op een afslag naar een grindweg die aanvankelijk in de richting van rechtsachter loopt. Je kunt hier kiezen uit twee mogelijkheden.

Onze route (en het gps-track) volgt dit grindpad 2 km langs wat losse huizen. Na het laatste huis buigt het pad scher af naar rechts en steek je een beekje over. Dan begint de laatste 1,5 km, vrij steil omhoog naar het eindpunt. Het pad is hier wat kleiig en kan dus bij nat weer wat glad zijn.

Als je dat pad wilt vermijden, moet je bij het afslagpunt rechtdoor blijven gaan op de asfaltweg. Je moet dan steeds bij splitsingen van asfaltwegen (3 x) steeds de rechterkant van de splitsing nemen. Zo kom je ook op het eindpunt, alleen is deze route 9 km langer. Omdat dit een korte etappe is, heb je daar wel eventueel tijd voor.

Hoe je hier ook aankomt, het eindpunt Civitella d'Agliano is een prachtig plaatsje.

Etappe 92 Civitella d'Agliano-Bomarzo (22 km)

Bij het verlaten van Civitella heb je nog even een prachtig uitzicht over de Tiber-vallei. Je daalt nu langzaam af door velden en tussen olijfboomgaarden door naar het plaatsje Grafignano, dat een mooi renaissance-kasteel heeft. Vanaf hier volg je de CAI route 193 die je door velden en bossen tot vlak bij Sippiciano brengt. Aan de rand van deze plaats (met het historische centrum een halve kilometer af van de route) kom je op de SP19. Deze rechte, vrij vlakke en redelijk rustige provinciale weg met ruime berm volg je 2,5 km. De weg is goed te belopen, maar er is helaas geen alternatief. Bij de eerste mogelijkheid sla je linksaf en komt dan op rustige wandelwegen. Je komt in een bos, en daalt door dat bos af naar een beek. Vervolgens loop je met een bocht om de Monte Casoli heen. Aan de andere kant van de berg stijg je weer langzaam. Boven gekomen zie je aan je linkerkant het Sacro Bosco liggen, een indrukwekkend renaissancepark met groteske beelden. De route klimt verder tot je bij de stadspoort van Bomarzo aankomt, alweer een mooie, oude stad. In de nieuwbouw van de stad is accommodatie te vinden.

Etappe 93 Bomarzo-Orte (17 km)

Je verlaat Bomarzo via de nieuwbouw. Eerst kom je langs wat boomgaarden, daarna buig je links af en daal je over een bergkam door het bos af en kom je in Mugnano in Teverina. Een paleis van de familie Orsini domineert het stadsbeeld. Je daalt af naar het dal, en daarna ga je door een bos weer licht omhoog. Je gaat daarna weer geleidelijk naar beneden door het bos totdat je vlak bij de Tiber aankomt. Daarna loop je over een vlak pad door de velden of over een rustige asfaltweg tot je de spoorlijn naar Orte kruist. Daarna moet je 1,5 km over een tweebaans asfaltweg verder totdat je vlak bij Orte bent. Daarna klim je omhoog naar de stad.


Uitzicht op Orte

Holen in de Forre di Corchiano

Waterval in de Forre di Corchiano

Pad tussen Corchiano en Faleri

Castel Paterno

Oversteek van de Fosso della Mola di Magliano tussen Calcate en de Via Francigena

Uitzicht op Rome vanaf de Monte Mario

Traject Orte-Rome

Door Lazio

Etappe 94 Orte-Corchiano (21 km)

Er gaat een CAI wandelroute nr. 198 vanuit Orte naar de berg ten zuiden van Orte waar we eerst opgaan. Een stuk van dat pad is door de hoge begroeiing, de locatie van richeltjes en hekken, over een lengte van een paar honderd meter zelfs met een gps-apparaat lastig te vinden. Daarom kies je een alternatief.

Je daalt de stad af in zuidelijke route. Onder een viaduct door kruis je de spoorlijn. Daarna klim je de berg op. Je passeert op enige afstand het vervallen klooster van San Bernardino en komt langs het Santuario della Santissima Trinità. Een paar honderd meter verder ben je op een beter begaanbaar stuk van CAI 198. je volgt nu een rustige asfaltweg omhoog door de bossen en velden. Je passeert een groot biologisch boerenbedrijf. Je vervolgt je weg door deze wat verlaten streek tot je bij de SP34 komt. Na 1 km over deze weg bereik je Gallese. Je passeert deze stad onderlangs en loop onder andere over een weg die diep in het tufsteen is uitgesneden verder tot het dal van een beek. Je daalt niet af maar loopt bovenlangs verder naar Corchiano, het eindpunt van deze etappe. Het Agriturismo Casale, net 2 km voor deze plaats, zou een goede overnachtingsmogelijkheid zijn, maar ook in Corchiano zelf zijn er mogelijkheden.

Etappe 95 Corchiano-Civita Castellana (11 km)

Hoogtepunt van Corchiano is de Forre van Corchiano, een 2 km lange kloof waardoor de route loopt. De kloof begint vlak na bovengenoemd Agriturismo en is zeker de moeite waard: er is een ruime mix van natuurschoon en cultuur. Zo zijn er rotsgraven uit diverse periodes, resten uit de Romeinse tijd, enz. Wanneer je uit de kloof geklommen bent, kom je op een vrij vlak stuk tussen de velden. na 2 km kom je bij een wad over een beek dat makkelijk te nemen is.

Wil je om wat voor reden dan ook niet dat wad gebruiken, dan kun je 200 meter daarvoor naar links afslaan, en dan de asfaltwegen volgen, bij kruisingen steeds rechts aanhoudend, tot je weer op de route komt. Dit is wel een paar kilometer omlopen.

Na het wad loop je over een paadje op de rand tussen velden en bos. Bij een soort dierenasiel even naar links en dan weer doorlopen tot je bij een rechte weg komt waar een hele reeks bedrijven aan staat. Je steekt die weg over en gaat verder door de velden tot je bij een spoorweg komt.

Bij de spoorweg heb je twee mogelijkheden. Op onze reis gingen we rechtdoor over een stukje drukke weg (en langs de indrukwekkende resten van de stadspoort van Faleria Nova), over de Rio del Purgatorio tot Regolelli, en vanaf daar linksaf over een grindpad van 2 km lengte tot je op de Via Terrano komt, en vandaar naar het eindpunt kunt lopen. Dit is op zich goed te lopen, maar de grindweg is privé-eigendom en wij begrepen van een tuinman die daar bezig was, dat het hek aan de kant van de Via Terrano soms gesloten wordt, zodat je het risico loopt helemaal terug te moeten lopen en dan alsnog de andere route lopen.

De aanbevolen route slaat dus net voor de spoorweg linksaf. Deze spoorweg is overigens enkelspoor en rustig. Je volgt de spoorweg 5 km totdat je in Civita Castellana aankomt.

Etappe 96 Civita Castellana-Calcata (15 km)

Bij het verlaten van Civita Castellana loop je 1 km over een vrij drukke weg die je met een grote bocht over de rivier de Treja brengt. Daarna kun je al snel rechtsaf slaan over een rustig pad. Je zult hier weinig mensen tegenkomen. Het pad volgt 2,5 km de rand tussen de bergen of bossen en het dal van de Treja. Het laatste stuk van het pad kronkelt door het bos, maar is goed te zien, en met behulp van je gps signaal kun je niet verdwalen.

Een lastig punt is even het wad over de Fosso di Stabia, een zijbeek van de Treja. Dit kan bij regen wat glad zijn, maar als je voorzichtig doet is het goed over te steken. Je daalt daar eerst twee meter vrij steil af naar de beek, gaat dan over een paar stenen de circa twee meter brede beek over, en klimt aan de andere kant weer twee meter steil omhoog tot je weer op het pad bent.

Ongeveer 100 meter na het wad is een splitsing. Hier kies je het pad aan je linkerhand, dat omhoog voert op de berg waar het kasteel Paterno ligt. Het loont om hier even naar af te steken. Er is nu alleen een ruïne over, maar hier stierf keizer Otto III in het jaar 1002 aan de malaria. Door zijn dood veranderde de loop van de geschiedenis van Europa dramatisch.

Na het kasteel stijgt de grindweg langzaam maar zeker tussen boomgaarden door tot aan een asfaltweg, die je na 1 km in Faleria brengt. vanaf daar is het nog 2 km lopen tot Calcata. Goede overnachtingsmogelijkheden zijn er vlak daar voorbij, in Calcata Vecchia.

Etappe 97 Calcata-Formello (22 km)

Na Calcata loop je eerst 5 km over een rustige, redelijk vlakke weg door de velden. Bij een zijpad sla je scherp rechtsaf en volgt dit grindpad dat door een bos naar het dal van een beek voert. Je steekt de beek over en gaat dan weer omhoog. Kort hierna kom je op de Via Francigena uit, de bekende wandelroute van Canterbury naar Rome. Je zult deze weg blijven volgen tot aan Rome. Vanwege de drukke wegen dicht bij de stad is er eigenlijk geen verkeersveilig alternatief.

De Via Francigena brengt je naar Campagnano di Roma. Je bereikt deze stad na een flinke klim en loopt dan door de stad. Buiten de stad blijf je nog een poosje klimmen tot 380 meter boven zeeniveau. Je passeert het Santuario della Madonna dei Sorbo. Daarna daal je af naar een diep dal door een natuurgebied, waarna je weer gaat klimmen naar Formello, eindpunt van de etappe.

Etappe 98 Formello-La Giustiniana (17 km)

Na Formello daal je langzaam aan 150 meter naar beneden over een afstand van 8 km. Onderweg passeer je het trainingscomplex van Lazio Roma, omgeven door hoge hekken. Een eindje hierna heeft de Via Francigena twee varianten. Wij kiezen voor de kortere, die rechtsaf slaat. Je loopt door een mooi natuurdal waar je regelmatig restanten uit de oudheid zult tegenkomen. Uiteindelijk brengt het pad je bij de plaats Isola Farnese. Na 1 km door de bebouwde kom bereik je La Storta. Je komt hier op de Via Cassia. De volgende 6 km zijn minder leuk. Je loopt weliswaar veilig over een stoep, maar het is langs een zeer drukke invalsweg naar Rome. Helaas is er geen echt alternatief voor dit tracé.

Etappe 99 La Giustiniana-Roma (17 km)

In la Giustiniana zijn ook goede overnachtingsmogelijkheden en een station. Soms zijn de prijzen van logies in Rome torenhoog, en dan kan het lonen een nacht bij te boeken in la Giustiniana, en na aankomst in Rome per trein terug te gaan. Er is een uitstekende verbinding tussen beide plaatsen (het station ligt vlak bij de St. Pieterskerk).

Twee km na La Giustiniana kun je de Via Cassia verlaten, bij de plek waar je de rondweg om Rome kruist. Je loopt dan ongeveer 5 km door een mooi natuurgebied in een dal. Het pad is niet breed maar ondanks de hoge begroeiing goed begaanbaar. Aan het eind van het dal ga je steil omhoog en kom je in Monte Mario Alto, een van de vele buitenwijken van Rome. Je loopt 1 km door de straten van deze plaats, om op de drukke Via Trionfale aan te komen. Deze weg volg je 2 km over de trottoirs van deze weg. Daarna sla je links af en kun je voor het laatst genieten van een stuk natuur. Je loopt 4 km slingerend over de Monte Mario. Ter hoogte van de sterrenwacht krijg je een schitterend uitzicht over Rome en de Sint Pietersbasiliek. Je daalt de berg af via 15 haarspeldbochten en komt dan snel op de Viale Angelico. Deze rechte weg volg je 2,5 km over de voetpaden die er langs liggen. Je komt dan direct uit op het Sint Pietersplein, eindpunt van deze laatste etappe.